Operation Manual

Hoofdstuk 9: Parameterkrommen
145
09PARA.DOC 9 Chantall Revised: 08/22/97 4:38 PM Printed: 08/22/97 4:38 PM Page 145 of 1009PARA.DOC 9 Chantall Revised: 08/22/97 4:38 PM Printed: 08/22/97 4:38 PM Page 145 of 10
Het instellen van de tekenstijl
Selecteer
FORMT
uit het GRAPH-menu om het opmaakscherm in de
Param
-mode weer te geven. In
hoofdstuk 5 worden de opmaakinstellingen beschreven. Hoewel dezelfde instellingen voor
Func
,
Pol
en
Param
-modes beschikbaar zijn, plaatst de TI-86 instellingen voor ieder mode in een apart geheugen.
Het weergeven van de grafiek
U kunt
GRAPH
,
TRACE
,
EVAL
,
STGDB
of een
ZOOM
-
,
MATH
-
,
DRAW
-
of
PIC
-
bewerking kiezen om
een parameterkromme te tekenen. De TI-86 berekent
x
en
y
voor elke
t
-waarde (van
tMin
tot
tMax
in stappen van
tStep
), en tekent dan elk door
x
en
y
gedefinieerd punt. Als de grafiek wordt
getekend, worden de variabelen
x
,
y
en
t
aangepast.
Het gebruik van grafische hulpmiddelen in de param-mode
De vrij bewegende cursor
De vrij bewegende cursor in de
Param
-mode werkt hetzelfde als in de
Func
-mode.
Bij
RectGC
zullen door verplaatsing van de cursor, de waarden van
x
en
y
worden
aangepast; bij
CoordOn
worden
x
en
y
weergegeven.
Bij
PolarGC
zullen door verplaatsing van de cursor, de waarden van
x
,
y
,
r
en
q
worden
aangepast; bij
CoordOn
zullen
r
en
t
worden weergegeven.
DrawLine
geeft doorgaans een
duidelijker weergave van een
parameterkromme dan
DrawDot