Operation Manual

Hoofdstuk 10: Differentiaalvergelijkingen
153
10DIFFEQ.DOC 10 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:46 PM Printed: 08/27/97 8:33 PM Page 153 of 2210DIFFEQ.DOC 10 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:46 PM Printed: 08/27/97 8:33 PM Page 153 of 22
De editor van de differentiaalvergelijkingen weergeven
Kies
Q'(t)=
uit het
GRAPH
-menu in de grafische mode
DifEq
(6 &) voor weergave van de
editor van de differentiaalvergelijkingen. Het
DifEq
-editormenu voor vergelijkingen op de
onderste regel is hetzelfde als het editormenu voor vergelijkingen in
Func
-mode, behalve dat
x
en
y
zijn gesubstitueerd door
t
en
Q
.
In deze editor kunt u maximaal negen eerste-orde-
differentiaalvergelijkingen
Q'1
tot
Q'9
invoeren en weergeven.
Vergelijkingen worden gedefinieerd in termen van de
onafhankelijke variabele
t
.
U kunt naar een andere variabele van een
differentiaalvergelijking verwijzen in een
DifEq
-vergelijking, bijvoorbeeld
Q'2=Q1
. U kunt echter
geen lijst in een
DifEq
-vergelijking invoeren.
Als de TI-86 een stelsel met differentiaalvergelijkingen oplost, wordt gebruik gemaakt van alle
vergelijkingen in de vergelijkingeneditor, beginnend bij
Q'1
. De variabelen van de
Q'n
vergelijkingen moeten na elkaar worden gedefinieerd, beginnend bij
Q'1
. Bijvoorbeeld: als
Q'1
en
Q'2
niet zijn gedefinieerd en u wilt een vergelijking gedefinieerd in
Q'3
oplossen, dan zal de
rekenmachine een foutmelding geven.
De TI-86 tekent alleen gekozen vergelijkingen die geschikt zijn voor de opgegeven assen.
De standaardtekenstijl is ¼ (dik) in de
DifEq
-mode.
¾ (arcering boven), ¿ (arcering onder) en  (punt) zijn niet beschikbaar in de grafische
mode
DifEq
.