Operation Manual

164
Hoofdstuk 10: Differentiaalvergelijkingen
10DIFFEQ.DOC 10 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:46 PM Printed: 08/27/97 8:33 PM Page 164 of 2210DIFFEQ.DOC 10 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:46 PM Printed: 08/27/97 8:33 PM Page 164 of 22
Een differentiaalvergelijking oplossen voor een opgegeven waarde
In het beginscherm kunt u een opgeslagen
differentiaalvergelijking in de grafische mode
DifEq
oplossen voor
een opgegeven waarde van de onafhankelijke variabele of
expressie. De syntax is:
Q'n(waarde)
.
De vergelijking moet in
DifEq
zijn opgeslagen (
Q'1
t/m
Q'9
).
De beginwaarden moeten zijn gedefinieerd.
Het resultaat is afhankelijk van de instelling van de assen.
Het gebruik van grafische hulpmiddelen in de DifEq-mode
De vrij bewegende cursor
De vrij bewegende cursor werkt in de
DifEq
-mode hetzelfde als in de
Func
-mode. De
x
- en
y
-
coördinaten van de cursor worden weergegeven en de variabelen aangepast.
De grafiek van de oplossing van een differentiaalvergelijking traceren
Kies
TRACE
uit het
GRAPH
-menu (6 / )) om te traceren. De traceercursor verschijnt op
de grafiek van de oplossing van de eerste vergelijking op of vlakbij
tPlot
(of
tMin
, als
t
een as is).
De coördinaten onderaan het scherm zijn in overeenstemming met de asinstellingen.
Bijvoorbeeld als
x=t
en
y=Q1
dan worden waarden voor
t
en
Q1
weergegeven. Als er geen
t
-as is,
worden er drie waarden weergegeven. Als er een
t
-as is, worden alleen de waarden voor
t
en
voor de variabele voor de y-as weergegeven.
De traceercursor beweegt in stappen van
tStep
voor- of achteruit. Als u een oplossing traceert,
worden de coördinaten aangepast en weergegeven, ook als de cursor zich buiten het scherm
bevindt.
QuickZoom is beschikbaar in de grafische mode
DifEq
, het scherm verschuiven niet.
Voor het plaatsen van
'
in het
beginscherm, kies de apostrof uit
het menu
CHAR
MISC
of
CATALOG
.