Operation Manual

186
Hoofdstuk 11: Lijsten
11LISTS.DOC 11 Benoît Van Hove Revised: 08/28/97 9:50 AM Printed: 08/28/97 9:55 AM Page 186 of 2011LISTS.DOC 11 Benoît Van Hove Revised: 08/28/97 9:50 AM Printed: 08/28/97 9:55 AM Page 186 of 20
De vergelijking tussen een gekoppelde en een gewone lijst
Onderstaande stappen laten het verschil zien tussen een gekoppelde en een gewone lijst. Dit
voorbeeld is het vervolg op het bovenstaande. Merk op, dat de formule in stap 2 niet tussen
aanhalingstekens staat en hierdoor niet aan LX is gekoppeld.
1
Maak een gewone lijst door de expressie
L1+10
in de lijstnaam
LX
op te slaan.
1
ã
L
ä
1
\
10
X
ã
L
ä
ã
X
ä
b
2
Verander het tweede element van
LX
in
L
8
en
geef de gewijzigde lijst opnieuw weer.
a
8
X
ã
L
ä
1
1
D
2
E
-
1
ã
L
ä
1
b
3
Vergelijk de elementen van de gewone lijst
LX
met die van
ADD10
waaraan de formule
L1+10
is gekoppeld. Merk op dat element 2 van
LX
niet
is veranderd. Intussen is element 2 van
ADD10
opnieuw berekend, aangezien element 2 van
L1
is gewijzigd.
-
(
&
b
(
b
Een formule koppelen met gebruikmaking van de lijsteditor
1
Geef de lijsteditor weer.
2
Markeer de lijstnaam die u aan de formule wilt
koppelen.
3
Voer de formule tussen aanhalingstekens in.
-
)
$
"
)
4
M
(
'
-
)
Als er andere namen in het
LIST
NAMES-
menu zijn opgeslagen, i
s
het mogelijk dat bij het indrukken
van
&
en
(
ADD10
en
LX
niet
zoals aangegeven op het
beginscherm worden gezet.
In het voorbeeld staan alleen
fStat
,
xStat
en
yStat
in het
LIST
NAMES-
menu en
xStat={
L
2,9,6,1,
L
7}
.
De te koppelen formule moet
tussen aanhalingstekens staan.