Operation Manual

198
Hoofdstuk 12: Vectoren
12VECTR.DOC Chantall Revised: 08/27/97 8:55 AM Printed: 08/27/97 12:12 PM Page 198 of 1212VECTR.DOC Chantall Revised: 08/27/97 8:55 AM Printed: 08/27/97 12:12 PM Page 198 of 12
Het gebruik van wiskundige functies in relatie tot een vector
vectorA
+
vectorB Telt elk element van vectorA op bij het corresponderende element van vector B;
geeft de somvector weer
vectorA
N
vectorB Trekt elk element van vectorB af van het corresponderende element van
vectorA; geeft de verschilvector weer
vector
¹
waarde of
waarde
¹
vector
Geeft de vector weer die het product is van een reële of complexe waarde
v
ermenigvuldigd met elk element van een vector met reële of complexe
elementen
matrix
¹
vector Geeft het matrixproduct van een matrix met een vector. Het aantal kolommen
v
an de matrix moet gelijk zijn aan het aantal elementen van de vector.
vector
/
waarde Geeft een vector weer die het quotiënt is van elk reëel of complex
vectorelement gedeeld door een reële of complexe waarde
M
vector (negatie) Wijzigt het teken van elk vectorelement
round(
vector[
,
decimalen]
)
Rondt elk vectorelementen op 12 cijfers af, of op een opgegeven aantal
decimalen
vectorA
==
vectorB Geeft een
1
als de met elkaar corresponderende elementen aan elkaar gelijk
zijn; geeft een
0
als dit voor één (of meer) elementen niet geldt.
vectorA
ƒ
vectorB Geeft een
1
als minimaal één paar vectorelementen niet gelijk aan elkaar zijn
iPart
vector Geeft de cijfers vóór de komma van elk reëel of complex vectorelement
fPart
vector Geeft de cijfers achter de komma van elk reëel of complex vectorelement
int
vector Geeft het grootste gehele getal (= de integer-waarde) van elke reëel of complex
vectorelement
Om twee vectoren bij elkaar te
kunnen optellen of van elkaar te
kunnen aftrekken, moet de
afmeting van
vectorA
gelijk zijn
aan die van
B
.
Vectoren kunnen niet met elkaar
worden vermenigvuldigd of door
elkaar gedeeld.