Operation Manual

206
Hoofdstuk 13: Matrices
13MATRX.DOC Chantall Revised: 08/27/97 9:07 AM Printed: 08/27/97 12:14 PM Page 206 of 1213MATRX.DOC Chantall Revised: 08/27/97 9:07 AM Printed: 08/27/97 12:14 PM Page 206 of 12
Het matrixeditor-menu -- '' matrixnaam bb
INSr DELr INSc DELc 4REAL
INSr
Voegt een rij op de cursorpositie in; verschuift volgende rijen naar beneden
DELr
Verwijdert de rij op de cursorpositie; verschuift volgende rijen omhoog
INSc
Voegt een kolom op de cursorpositie in; verschuift volgende kolommen naar rechts
DELc
Verwijdert de kolom waarop de cursor staat; verschuift volgende kolommen naar links
4
REAL
Zet de weergegeven complexe matrix om in een matrix met reële elementen
Invoeren van een matrix in het beginscherm
1 Definieer het begin van de matrix met
ã
, definieer
vervolgens het begin van de eerste rij met nog een
ã
.Voer de elementen in, gescheiden door komma’s.
Definieer het einde van de eerste rij met
ä
.
-
-
2
P
4
P
6
P
8
-…
2 Definieer het begin van elke volgende rij met
ã
.
Voer de elementen in, gescheiden door een
komma. Definieer het einde van elke rij met
ä
.
Definieer vervolgens het einde van de matrix met
ä
.
-
a
1
P
a
3
P
a
5
P
a
7
-
-…
3 Sla de matrix onder een matrixnaam op. Voer een
naam van maximaal acht tekens, beginnend met
een letter, of selecteer een naam uit het
MATRX
NAMES
-menu. De matrix wordt weergegeven. Als
de matrixnaam nieuw is, wordt deze een
MATRX
NAMES
-menu-optie.
X
-
n
ã
M
ä ã
A
ä
ã
T
ä
1
1
1
b
Het haakje sluiten is niet nodig
als
X eraan voorafgaat
.