Operation Manual

Hoofdstuk 13: Matrices
213
13MATRX.DOC Chantall Revised: 08/27/97 9:07 AM Printed: 08/27/97 12:14 PM Page 213 of 1213MATRX.DOC Chantall Revised: 08/27/97 9:07 AM Printed: 08/27/97 12:14 PM Page 213 of 12
Fill(
waarde
,
matrixnaam
)
Kent een reële of complexe waarde aan elk element van
matrixnaam toe
ident(
dimensie
)
Geeft de eenheidsmatrix met dimensie rijen en kolommen
ref
matrix Geeft de rij-echelonvorm van matrix
rref
matrix Geeft de gereduceerde rij-echelonvorm van matrix
aug(
matrixA
,
matrixB
)
Schakelt matrixA en B aaneen
aug(
matrix
,
vector
)
Schakelt matrix en vector aaneen
rSwap(
matrix
,
rijA
,
rijB
)
Geeft de matrix na verwisselen van rijA en rijB van matrix
rAdd(
matrix
,
rijA
,
rijB
)
Geeft matrix met (rijA+B) van matrix opgeslagen in rijB
multR(
waarde
,
matrix
,
rij
)
Geeft matrix met (rij¹waarde) opgeslagen in rij
mRAdd(
waarde
,
matrix
,
rijA
,
rijB
)
Geeft matrix met ((rijA¹waarde)+rijB) opgeslagen in rijB
randM(
rijen
,
kolommen
)
Creëert een matrix met gespecificeerde afmeting met willekeurige
elementen
Bij gebruik van
aug(
, moet het
aantal rijen in
matrix1
gelijk zijn
aan dat van
matrix2
of aan het
aantal elementen in
vector
.
Door
randM
gecreëerde
matrixelementen zijn gehele
getallen ‚L9 en 9.