Operation Manual

Hoofdstuk 15: Oplossen van vergelijkingen
243
15EQSOLV.DOC 15 Benoît Van Hove Revised: 08/28/97 8:49 AM Printed: 08/28/97 9:17 AM Page 243 of 1415EQSOLV.DOC 15 Benoît Van Hove Revised: 08/28/97 8:49 AM Printed: 08/28/97 9:17 AM Page 243 of 14
3 Voer een reële of complexe waarde (of een
expressie met een dergelijke uitkomst) in voor
elke coëfficiënt.
Om alle coëfficiënten te wissen kiest u
CLRa
uit
het
POLY
ENTRY-menu
.
18
#
5
#
21
#
7
#
16
4 Los de vergelijking op. De nulpunten van de
polynoom worden berekend en weergegeven.
Resultaten worden niet in variabelen opgeslagen
en u kunt deze evenmin bewerken. Het
POLY
RESULT
-menu wordt eveneens weergegeven.
Resultaten kunnen complexe getallen zijn.
*
Een polynoom-coëfficiënt of een nulpunt opslaan in een variabele
1 Zet de cursor op het isgelijkteken van de
coëfficiënt of het nulpunt dat u wilt opslaan.
# # #
2 Geef de
Sto
-prompt weer. ALPHA-lock staat aan.
3 Voer de variabele in waarin de waarde wordt
opgeslagen.
4 Sla de waarde op.
X
ã
R
ä ã
O
ä ã
O
ä ã
T
ä
1
1
b
Een serie puntjes geeft aan dat
een waarde van het scherm
afloopt. Druk op
"
en
!
om de
waarde zichtbaar te maken.
Kies
COEFS
uit het
POLY
RESULT
-menu om naar het
invoerscherm voor coëfficiënten
gaan.