Operation Manual

Hoofdstuk 19: Toepassingen
293
19APPS.DOC 19 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 8:19 PM Printed: 08/27/97 8:39 PM Page 293 of 2019APPS.DOC 19 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 8:19 PM Printed: 08/27/97 8:39 PM Page 293 of 20
3 Ga naar het beginscherm, selecteer
TAYLOR
uit het
PRGM
NAMES
-menu en druk op b om het programma uit te
voeren.
4 Voer bij de prompts in:
FUNCTIE: sin x
ORDE: 5
CENTRUM: 0
Karakteristieke veelterm en eigenwaarden
1 Voer matrix
A
in de matrixeditor of in het beginscherm in.
[[L1,2,5][3,L6,9][2,L5,7]]A
2 Ga naar het beginscherm, selecteer
eigVl
uit het
MATRX
MATH
-menu om de complexe eigenwaarden voor matrix
A
te
vinden en sla ze op in de lijstnaam
EV
.
3 Teken de karakteristieke veelterm Cp(x) van matrix
A
zonder de analytische vorm van Cp(x) te weten,
de grafiek is gebaseerd op de formule Cp(x)=det(A
N
x¹I). Selecteer
y(x)=
uit het
GRAPH
-menu in de
grafische mode
Func
en voer onderstaande functie in de vergelijkingeneditor in.
»»
y1=det (ANx
¹¹
ident 3)
4 Selecteer
WIND
uit het
GRAPH
-menu en stel de venstervariabelen als volgt in:
xMin=
L
10 xMax=10 xScl=1 yMin=
L
100 yMax=50 yScl=10 xRes=4
5 Selecteer
ROOT
uit het
GRAPH
MATH
-menu en geef hiermee
de reële eigenwaarde interactief weer (linkergrens=
L
5
,
rechtergrens=
L
4
en schatting=
L
4.5
).
De eerste eigenwaarde is reëel,
aangezien het imaginaire deel
0
is.
Kies
ALL
uit het menu van de
vergelijkingeneditor om alle
functies te deselecteren. Zet
tevens alle statistische grafieken
uit.