Operation Manual
Hoofdstuk 20: Alfabetisch naslagregister Functies en instructies
339
20ATOZEU.DUT Hoofdstuk 20: Alfabetisch naslagregister Functies en instructies Raquel Revised: 02/15/98 1:39 PM Printed: 10/05/98 3:54 PM Page 339 of 12820ATOZEU.DUT Hoofdstuk 20: Alfabetisch naslagregister Functies en instructies Raquel Revised: 02/15/98 1:39 PM Printed: 10/05/98 3:54 PM Page 339 of 128
GridOn
† grafisch
opmaakscherm
GridOn
Zet het rooster aan zodat roosterpunten worden
weergegeven in rijen en kolommen, in overeenstemming
met de schaalindeling op elk van de assen.
GrStl(
CATALOG
GrStl(
functienr.
,
grafischeStijlnr.
)
Stelt de tekenstijl voor functienr. in. Geef voor
grafischeStijlnr. een geheel getal van
1
t/m
7
op:
1
= » (lijn)
4
= ¿ (onder)
7
= Â (punt)
2
= ¼ (dik)
5
= À (pad)
3
= ¾ (boven)
6
= Á (animatie)
Al naar gelang de grafische instelling, kunnen sommige
tekenstijlen niet beschikbaar zijn.
In
Func
-grafische instelling:
y1=x sin x b Done
GrStl(1,4) b Done
ZStd b
Hex
† modescherm
Hex
Instelling hexadecimaal talstelsel. Uitkomsten worden
weergegeven met de suffix
ß
. In elke talstelselmode kunt
u een waarde binnen de gestelde grenzen als binair,
decimaal, hexadecimaal of octaal getal uitdrukken met
behulp van de aanduiding
Ü
,
Þ
,
ß
of
Ý
, vanuit het
BASE
TYPE
-menu.
Gebruik het
BASE A-F
-menu om de hexadecimale
getallen
Õ
t/m
Ú
in te voeren. Gebruik niet 1 om één
van deze letters te typen.
In
Hex
-talstelselmode:
Ú+10Ü+10Ý+10Þ b 23ß