Operation Manual

22
Hoofdstuk 1: Bedienen van de TI
-
86
01OPER.DOC M.P. Nooij Revised: 08/18/97 12:18 PM Printed: 08/19/97 3:47 PM Page 22 of 2701OPER.DOC M.P. Nooij Revised: 08/18/97 12:18 PM Printed: 08/19/97 3:47 PM Page 22 of 27
Invoeren van getallen
Een symbool of afkorting van de primaire functie van elke toets is in wit op de toets afgedrukt.
Bijvoorbeeld, bij het drukken op \ wordt een plusteken op de cursorpositie geplaatst.
Invoer van getallen wordt in deze handleiding vet gedrukt:
1
,
2
,
3
, etc. in plaats van Y Z [.
Invoeren van negatieve getallen
Druk op a (de toets met het minteken) om een negatief getal in te voeren en druk vervolgens
op de betreffende getallentoetsen. Druk op a
5
om bijvoorbeeld het getal
L
5
in te voeren.
Probeer een negatief getal niet met T (de minustoets) in te voeren. a en T zijn twee
verschillende toetsen en hebben verschillende functies.
De volgorde waarin de TI-86 negatieve getallen en andere functies binnen een expressie
beoordeelt, wordt door het Equation Operating Systemè (EOSè; bijlage) bepaald. Als u niet
zeker bent van de volgorde van bewerkingen, gebruik dan D en E om het bedoelde gebruik van
het minteken te verduidelijken. De uitkomst van
L
4
2
is bijvoorbeeld
L
16
en van
(
L
4)
2
,
16
.
Wetenschappelijke of technische notatie
1
Voer de mantisse in (deel van het getal dat aan de
exponent voorafgaat). Deze waarde kan een expressie
zijn.
D
19
F
2
E
2
Plaats
E
op de cursorpositie.
C
3
Voeg
L
op de cursorpositie in als de exponent negatief
is. Voer vervolgens een exponent van één, twee of drie
cijfers in.
a
2
Het deelteken van de TI
-
86 op
het scherm is een voorwaartse
slash
(
/
)
, zoals in een breuk.
Maak bij conversie-instructies
altijd gebruik van haakjes voor de
negatie (hoofdstuk 4).
Alleen bij wetenschappelijke
notatie staat één cijfer voor de
komma.