Operation Manual

452
Bijlage
99APPX.DUT M.P. Nooij Revised: 02/15/98 1:57 PM Printed: 10/05/98 3:40 PM Page 452 of 2499APPX.DUT M.P. Nooij Revised: 02/15/98 1:57 PM Printed: 10/05/98 3:40 PM Page 452 of 24
De opgeslagen waarde in
d
moet een positief reëel getal zijn.
d
definieert de stapgrootte die de
TI-86 gebruikt om de functies
arc
in de
dxNDer
-mode,
nDer
en de bewerkingen
dy / dx
,
dr / dq
,
dy / dt
,
dx / dt
,
INFLC
,
TANLN
en
ARC
, in
dxNDer
mode, te berekenen (hoofdstuk 6).
Gebruik X in het beginscherm of in een programma om een waarde in
tol
of
d
op te slaan. U kunt
tol
and
d
uit de
CATALOG kiezen
. Tevens kunt u
tol
rechtstreeks invoeren en
d
uit het
CHAR
GREEK
-
menu kiezen.
Nauwkeurigheid van berekeningen
Om de nauwkeurigheid te optimaliseren, rekent de TI-86 met meer cijfers dan worden
weergegeven. Waarden worden in het geheugen opgeslagen met maximaal 14 cijfers en een
exponent van maximaal drie cijfers.
U kunt waarden van maximaal 12 cijfers in de meeste venstervariabelen opslaan. Aan
xScl
,
yScl
,
tStep
en
qStep
kunt u waarden toekennen van maximaal 14 cijfers.
Wanneer een waarde wordt weergegeven, wordt deze volgens de mode-instelling
(hoofdstuk 1) afgerond, met een maximum van 12 cijfers en een exponent van maximaal
drie cijfers.
Hoofdstuk 4 beschrijft berekeningen in hexadecimale, octale en binaire talstelsels.