Operation Manual

Hoofdstuk 2: CATALOGUS, variabelen en tekens
45
02CATVAR.DOC Carmen Villamanta Revised: 08/27/97 5:33 PM Printed: 08/27/97 5:33 PM Page 45 of 1202CATVAR.DOC Carmen Villamanta Revised: 08/27/97 5:33 PM Printed: 08/27/97 5:33 PM Page 45 of 12
Een variabele aanmaken
Naast ingebouwde variabelen kunt u, als u gebruik maakt van X,
=
, of een
Name=
-prompt, uw
eigen variabele aanmaken voor het opslaan van gegevens. Volg onderstaande richtlijnen als u
een eigen variabele aanmaakt.
De zelf aangemaakte variabele mag maximaal acht tekens lang zijn.
Het eerste teken moet een letter zijn. Hieronder vallen alle
CHAR
GREEK
-menu-opties en Ñ,
ñ, Ç en ç uit het
CHAR
MISC
-menu.
De naam van de eigen variabele mag niet hetzelfde zijn als die van een TI-86 -functie of van
een ingebouwde variabele. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om een variabele ‘
abs’
te
noemen aangezien
abs
het functiesymbool voor absolute waarde en derhalve een
ingebouwde variabele is.
De TI-86 maakt in namen van variabelen onderscheid tussen hoofd- en kleine letters.
ANS
,
Ans
en
ans
zijn bijvoorbeeld drie verschillende namen. Alleen
Ans
is een ingebouwde
variabele.
ANS
en
ans
kunnen zelf aangemaakte variabelen zijn.
Een waarde in een variabele opslaan
1
Voer een waarde in. Dit kan een expressie zijn.
-
~
5
I
2
Voer
(het opslagsymbool) naast de waarde in.
X
3
Voer een naam van maximaal 8 tekens in,
beginnend met een letter. ALPHA-lock staat aan.
ã
A
ä
ã
R
ä
ã
E
ä
ã
A
ä
4
Sla de waarde in de variabele op. De opgeslagen
waarde wordt als oplossing weergegeven.
b