Operation Manual

46
Hoofdstuk 2: CATALOGUS, variabelen en tekens
02CATVAR.DOC Carmen Villamanta Revised: 08/27/97 5:33 PM Printed: 08/27/97 5:33 PM Page 46 of 1202CATVAR.DOC Carmen Villamanta Revised: 08/27/97 5:33 PM Printed: 08/27/97 5:33 PM Page 46 of 12
Een niet-uitgevoerde berekening opslaan
Als u met behulp van X (met het teken) een expressie in het geheugen opslaat, wordt de
berekening uitgevoerd en de oplossing in een variabele opgeslagen.
Een niet-uitgevoerde berekening die met behulp van 1 ã
=
ä, de vergelijkingeneditor
(hoofdstuk 5) of -
oplosser
(hoofdstuk 15) wordt opgeslagen, wordt in een vergelijkingsvariabele
gezet.
Bij het opslaan van een niet-uitgevoerde berekening in het beginscherm of in een programma
luidt de syntaxis:
variabele
=expressie
waarbij variabele altijd voor en expressie altijd achter het isgelijkteken staat.
Voor het opslaan van een wiskundige expressie in een vergelijkingsvariabele kunt u
=
gebruiken.
Voorbeeld:
F=M¹A
.
Een antwoord opslaan
Gebruik X en
Ans
om een antwoord in een variabele op te slaan voordat een nieuwe
berekening wordt uitgevoerd.
1
Voer een expressie in en bereken deze.
1
1
ã
A
ä
ã
R
ä
ã
E
ä
ã
A
ä
1
M
3
`
3
b
2
Sla het antwoord op in een eigen of een
bruikbare ingebouwde variabele. De
opgeslagen waarde wordt als oplossing
weergegeven.
X
ã
V
ä
ã
O
ä
ã
L
ä
b
Bij gebruik van
=
, staat
variabele
voor en
expressie
achter het
isgelijkteken.
Bij gebruik van
, staat
waarde
voor en variabele na dit symbool.
In het voorbeeld vermenigvuldigt
de TI
-
86 de in
AREA
opgeslagen
waarde met
3,3
.
Druk op
-
w (
, zet
de keuzecursor
(
4
)
op
AREA
en
druk op
b o
m
AREA
op de
cursorpositie te zetten.