Operation Manual

78
Hoofdstuk 4: Constanten, conversies, talstelsels, complexe getallen
04CCCB.DOC 4 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:40 PM Printed: 08/27/97 8:31 PM Page 78 of 2004CCCB.DOC 4 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:40 PM Printed: 08/27/97 8:31 PM Page 78 of 20
Het
BASE
BIT-menu -- **
ÕÕ
-
ÚÚ
TYPE CONV BOOL BIT
rotR rotL shftR shftL
rotR
waarde roteert waarde naar rechts
shftR
waarde
v
erschuift waarde naar rechts (delen door 2)
rotL
waarde roteert waarde naar links
shftL
waarde
v
erschuift waarde naar links (maal 2)
Werken met complexe getallen
Een complex getal bestaat uit twee elementen: reëel deel (a) en imaginair deel (+b
i
). Op de
TI
-
86 voert u het complexe getal als a+b
i
als volgt in:
(
reëel deel
,
imaginair deel
)
met xy-coördinaten.
(
grootte
±
hoek
)
met poolcoördinaten.
Lijsten, matrices en vectoren kunnen complexe elementen bevatten.
U kunt een complex getal ongeacht de ingestelde mode met xy-coördinaten of poolcoördinaten
invoeren. Het scheidingsteken (
,
of
±
) bepaalt uiteindelijk de vorm.
Zet tussen
reëel
deel
en
imaginair
deel
een komma (
P
) om een complex getal met xy-
coördinaten uit te drukken.
Zet tussen
grootte
en
hoek
het hoeksymbool (
-
) om een complex getal in
poolcoördinaten uit te drukken.
Roteren en verschuiven werken
in een 16-tallig stelsel. De invoer
kan te lang zijn, met name als he
t
argument niet in de binaire vorm
wordt ingevoerd.
Namen van variabelen
waaronder complexe getallen zijn
opgeslagen, zijn terug te vinden
in het
VARS CPLX
-scherm
(hoofdstuk 2).