Operation Manual

80
Hoofdstuk 4: Constanten, conversies, talstelsels, complexe getallen
04CCCB.DOC 4 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:40 PM Printed: 08/27/97 8:31 PM Page 80 of 2004CCCB.DOC 4 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:40 PM Printed: 08/27/97 8:31 PM Page 80 of 20
Het gebruik van een complex getal in een expressie
Om een complex getal in een expressie te gebruiken, kunt u:
het complexe getal rechtstreeks invoeren.
de naam van het complexe getal letter voor letter invoeren.
de variabelennaam van het complexe getal uit het
VARS CPLX
-scherm kiezen.
Het CPLX-menu (complexe getal) --
conj real imag abs angle
44
Rec
4
Pol
conj(
reëel deel
,
imaginair deel
)
Geeft de complex geconjugeerde van een complexe waarde, lijst, vector of matrix;
de oplossing is
(
reëel deel
,L
imaginair deel
)
conj(
grootte
±
hoek
)
Geeft
(
grootte
±L
hoek
)
real(
reëel deel
,
imaginair deel
)
Geeft het reële deel van een complex getal, lijst, vector of matrix als reëel getal; de
oplossing is
reëel
real(
grootte
±
hoek
)
Geeft
grootte
¹
cosinus(
hoek
)
imag(
reëel deel
,
imaginair deel
)
Geeft het imaginaire (niet-reële) deel van een complex getal, lijst, vector of matrix
als reëel getal; de oplossing is
imaginair
imag(
grootte
±
hoek
)
Geeft
grootte
¹
sinus(
hoek
)
abs(
reëel
,
imaginair
)
(Absolute waarde) Geeft de grootte van een complex getal, lijst, vector of matrix van
complexe getallen; de oplossing is
(
reëel
2
+
imaginair
2
)
abs(
grootte
±
hoek
)
Geeft
grootte