Operation Manual

Hoofdstuk 5: Grafieken van functies
85
05FUNC.DOC Chantall Revised: 08/22/97 2:37 PM Printed: 08/22/97 2:37 PM Page 85 of 1605FUNC.DOC Chantall Revised: 08/22/97 2:37 PM Printed: 08/22/97 2:37 PM Page 85 of 16
Elke grafische instelling heeft een eigen vergelijkingeneditor. Voordat u de functies invoert,
moeten de grafische mode en het
Dec
-talstelsel worden gekozen. De TI-86 bewaart alle
vergelijkingen die in de
Func-
,
Pol-
,
Param-
en
DifEq
-vergelijkingeneditor zijn opgeslagen in het
geheugen. Elke instelling heeft ook zijn eigen specifieke grafische opmaakinstellingen en
venstervariabelen.
Het aan of uit staan van statistische grafieken, keuze van zoomfactoren, mode-instellingen en
tolerantie gelden voor elke grafische mode; wijziging hiervan is niet van invloed op de grafische
instelling.
Onderstaande instellingen beïnvloeden de grafische resultaten wel.
Hoekinstelling
Radian
of
Degree
verandert de interpretatie van bepaalde functies.
Differentiatie-instelling
dxDer1
of
dxNDer
heeft invloed op de grafische weergave van de
geselecteerde functies.
Het GRAPH-menu (grafiek) 6
y(x)= WIND ZOOM TRACE GRAPH
4
MATH DRAW FORMT STGDB RCGDB
4
EVAL STPIC RCPIC
y(x)=
Toont de vergelijkingeneditor; voer met dit scherm de te tekenen grafieken van functies in.
WIND
Toont de venstereditor; verander met deze editor de afmetingen van het grafische scherm.
ZOOM
Toont het
GRAPH
ZOOM
-menu; verander hiermee de grafische vensterafmetingen
TRACE
Activeert de traceercursor; loop met deze cursor over grafieken van specifieke functies
In hoofdstuk 1 wordt elke mode-
instelling gedetailleerd
beschreven.
Hoofdstuk 6 beschrijft de
volgende
GRAPH
-menu-opties:
ZOOM
,
TRACE
,
MATH
,
DRAW
,
STGDB
,
RCGDB
,
EVAL
,
STPIC
en
RCPIC
.