Operation Manual

98 Hoofdstuk 5. Extra basisscherm-onderwerpen
05ADDLHM.NLD TI-89/TI-92 Plus: Additional Home Screen Topics (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 9:33 AM Printed: 02/29/00 11:39 AM Page 98 of 12
U kunt ook een gebruikersgedefinieerde functie maken waarvan de
definitie uit meerdere voorschriften bestaat. De definitie kan veel van
de controle- en beslissingsstructuren (
If
,
ElseIf
,
Return
, etc.) bevatten
die bij programmeren gebruikt worden.
Neem aan dat u bijvoorbeeld een functie wilt maken die een reeks
omgekeerd evenredige waarden optelt op basis van een ingevoerd
geheel getal (
n
):
1
n
+
1
n
ì
1
+ ... +
1
1
Als u de definitie van een functie met meervoudig voorschrift maakt,
kan het handig zijn om deze eerst in de vorm van een blok te
visualiseren.
Func
Local temp,i
If fPart(nn)ƒ0 or nn0
Return “ongeldig argument”
0! temp
For i,nn,1,ë 1
approx(temp+1/i)! temp
EndFor
Return temp
EndFunc
Als u een functie met meervoudig voorschrift op het basisscherm
invoert, moet u de hele functie op één regel invoeren. Gebruik de
opdracht
Define
op dezelfde wijze als u deze zou gebruiken voor een
functie met één voorschrift.
Define sumrecip(nn)=Func:Local temp,i: ... :EndFunc
Op het basisscherm:
U kunt een gebruikersgedefinieerde functie op dezelfde wijze
gebruiken als elke andere functie. Evalueer de functie zelf of neem
deze in een andere uitdrukking op.
Een functie met
meervoudig voorschrift
maken
Opmerking: raadpleeg
hoofdstuk 17 voor meer
informatie over
overeenkomsten en
verschillen tussen functies en
programma’s.
Tip: het is gemakkelijker om
een ingewikkelde functie met
meervoudig voorschrift in de
Program Editor te maken da
n
op het basisscherm. Zie
hoofdstuk 17.
Een functie evalueren
Voer een functie met meervoudig voorschrift
op één regel in. Vergeet de dubbele punten
niet.
Functies met meervoudig voorschrift
worden als “Func” weergegeven.
De functie moet met
Func
beginnen en met
EndFunc
eindigen.
Zie bijlage A voor meer
informatie over de
afzonderlijke
voorschriften.
Gebruik een dubbele punt om de
voorschriften van elkaar te scheiden.
Geeft een bericht
als nn geen geheel
getal is of als nn
0.
Telt de omgekeerd
evenredige waarden op.
Geeft de som.
Variabelen die niet in de
argumentlijst voorkomen
moeten lokaal
gedeclareerd worden.
Gebruik argumentnamen die nooit gebruikt
zullen worden bij het aanroepen van de
functie of het programma.