Operation Manual

124 Hoofdstuk 6. Grafieken van functies
06BASFUN.NLD TI-89/TI-92 Plus: Basic Function Graphing (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:26 AM Printed: 02/29/00 11:39 AM Page 124 of 22
1. Op het scherm Graph drukt u op en kiest u
6:Derivatives
. Kies
vervolgens
1:dy/dx
in het submenu.
2. Gebruik zo nodig D en C om de gewenste functie te selecteren.
3. Bepaal het punt waar de
afgeleide moet worden
berekend. Verplaats de
cursor naar het punt of typ
de
x
-waarde.
4. Druk op ¸.
De waarde van de afgeleide
in het betreffende punt wordt
getoond.
1. Op het scherm Graph drukt u op en kiest u
7:
f(x)dx
.
2. Gebruik zo nodig D en C om de gewenste functie te selecteren.
3. Bepaal de ondergrens voor
x
. Verplaats de cursor naar de
ondergrens met A en B of typ de
x
-waarde.
4. Druk op ¸. De ondergrens wordt aangegeven met een 4
bovenin het scherm.
5. Bepaal de bovengrens en druk
op ¸.
Het interval wordt gearceerd
en de benaderende numerieke
integraal wordt getoond.
1. Op het scherm Graph drukt u op en kiest u
8:Inflection
.
2. Gebruik zo nodig D en C om de gewenste functie te kiezen.
3. Bepaal de ondergrens voor
x
. Verplaats de cursor naar de
ondergrens met A en B of typ de
x
-waarde.
4. Druk op ¸. De ondergrens wordt aangegeven met een 4
bovenin het scherm.
5. Bepaal de bovengrens en druk
op ¸.
De cursor verspringt naar het
buigpunt (als dat er is) binnen
het interval en de coördinaten
van het buigpunt worden
getoond.
De afgeleide (richtings-
coëfficiënt van de
raaklijn) in een punt
zoeken
De numerieke integraal
op een interval zoeken
Tip: het typen van x-
waarden is een snelle
manier om de grenzen in te
stellen.
Tip: om het gearceerde
gebied te wissen drukt u op
(ReGraph).
Een buigpunt zoeken
binnen een interval