Operation Manual

Hoofdstuk 6. Grafieken van functies 125
06BASFUN.NLD TI-89/TI-92 Plus: Basic Function Graphing (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:26 AM Printed: 02/29/00 11:39 AM Page 125 of 22
1. Op het scherm Graph drukt u op en kiest u
9:Distance
.
2. Gebruik zo nodig D en C om de functie voor het eerste punt te
selecteren.
3. Bepaal het eerste punt. Verplaats de cursor naar het punt met
A of B of typ de
x
-waarde.
4. Druk op ¸. Het punt wordt aangegeven met een +.
5. Indien het tweede punt zich op de grafiek van een andere functie
bevindt, gebruikt u D en C om de grafiek te selecteren.
6. Bepaal het tweede punt. (Indien u de cursor gebruikt om het punt
te bepalen, wordt een lijn getrokken terwijl u de cursor beweegt.)
7. Druk op ¸.
De afstand tussen de twee
punten wordt getoond, samen
met de verbindingslijn.
1. Op het scherm Graph drukt u op en kiest u
A:Tangent
.
2. Gebruik zo nodig D en C om de gewenste functie te selecteren.
3. Bepaal het raakpunt.
Verplaats de cursor naar het
punt of typ de
x
-waarde.
4. Druk op ¸.
De raaklijn wordt getekend
en zijn vergelijking wordt
getoond.
1. Op het scherm Graph drukt u op en kiest u
B:Arc
.
2. Gebruik zo nodig D en C om de gewenste functie te selecteren.
3. Bepaal het eerste punt. Verplaats de cursor met A of met B of typ
de
x
-waarde.
4. Druk op ¸. Het eerste punt wordt aangegeven met een +.
5. Bepaal het tweede punt en
druk op ¸.
Een + geeft het tweede punt
aan en de booglengte wordt
getoond.
De afstand tussen twee
punten zoeken
Een raaklijn trekken
Tip: om een getekende
raaklijn te wissen, drukt u op
(ReGraph).
Een booglengte
berekenen