Operation Manual

286 Hoofdstuk 17. Programmeren
17PROGRM.NLD TI-89/TI-92 Plus: Programming (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 12:17 PM Printed: 02/29/00 12:22 PM Page 286 of 40
Als u een nieuwe functie maakt in de Program Editor, geeft de
TI
-
89 / TI
-
92 Plus
een leeg template weer.
Als de functie invoer vereist, moeten één of meer waarden aan de
functie worden doorgegeven. (Een door de gebruiker gedefinieerde
functie kan alleen waarden opslaan in lokale variabelen en kan geen
instructies gebruiken die de gebruiker om invoer vragen.)
Er zijn twee manieren om een waarde van een functie terug te krijgen:
¦
Bereken als laatste regel van de
functie (voor
EndFunc
) de
gewenste waarde.
:cube(x)
:Func
:x^3
:EndFunc
¦
Gebruik
Return
. Dit is nuttig als
u een functie wilt afsluiten en op
een andere plaats dan aan het
einde van de functie een waarde
wilt terugkrijgen.
:cube(x)
:Func
:If xx<0
: Return 0
:x^3
:EndFunc
Het argument
x
wordt automatisch als een lokale variabele
behandeld. Als het voorbeeld echter een andere variabele nodig had,
zou de functie deze als lokaal moeten declareren door de opdracht
Local
te gebruiken (zie pagina 288 en 290).
Aan het eind van de functie wordt impliciet verondersteld dat er
Return
staat. Als de laatste regel geen uitdrukking is, treedt er een fout op.
De volgende functie berekent de
xde
wortel van een waarde
y
(
x
y
).
Er moeten twee waarden aan de functie worden doorgegeven:
x
en
y
.
Functie zoals aangeroepen op het
basisscherm
Functie zoals gedefinieerd
in de Program Editor
4
ù
xroot(3,125) 20
:xroot(x,y)
:Func
:y^(1/x)
:EndFunc
Een functie invoeren
Opmerking: gebruik de
cursorknop om door de
functie te bladeren voor het
invoeren of bewerken van
opdrachten.
Een waarde terugkrijgen
van een functie
Opmerking: in dit voorbeel
d
wordt de derde macht
berekend indien xx0;
anders is het resultaat 0.
Voorbeeld van een
functie
Opmerking: aangezien x en
y
in de functie lokaal zijn,
worden deze niet beïnvloed
door een eventuele
bestaande variabele x of y.
Functienaam die u opgeeft
als u een nieuwe functie
maakt.
Voer uw opdrachten in tussen
Func
en
EndFunc
.
Alle functieregels beginnen
met een dubbele punt.
3
!
x; 125
!
y
5
Vergeet niet deze regel te
bewerken om eventuele
vereiste argumenten op te
nemen. Gebruik argument-
namen in de definitie die
nooit gebruikt zullen
worden als de functie
wordt aangeroepen.