Operation Manual

Hoofdstuk 19. Numeric Solver 335
19SOLVER.NLD TI-89/TI-92 Plus: Numeric Solver (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 4:11 PM Printed: 02/29/00 12:24 PM Page 335 of 10
Om de Numeric Solver weer te geven,
drukt u op O
9.
Het scherm Numeric Solver toont de laatst
ingevoerde vergelijking, als die er is.
Op de regel
eqn:
typt u uw
v
ergelijking.
U kunt: Bijvoorbeeld:
Een vergelijking
typen.
a=(m2
ì
m1)/(m2+m1)
ù
g
a+b=c+sin(d)
V
erwijzen naar een
functie of vergelijking
die elders gedefinieerd
is.
Neem aan dat u
y1(x)
definieerde in:
¦
De Y= Editor:
y1(x)=1.25x
ù
cos(x)
– of –
¦
Het basisscherm:
Define y1(x)=1.25x
ù
cos(x)
In de Numeric Solver, voert u dan in:
y1(x)=0
of
y1(t)=0, etc.
Een uitdrukking typen
zonder een = teken.
e+f
ì
ln(g)
Nadat u op ¸ heeft gedrukt, wordt de
v
ergelijking gelijk gesteld aan een systeem-
v
ariabele die
exp
heet, en wordt ingevoerd als:
exp=e+f
ì
ln(g)
Een eerder ingevoerde
v
ergelijking opvragen
of een opgeslagen
v
ergelijking openen.
Zie de betreffende paragraaf, verderop in dit
hoofdstuk.
De Solver weergeven en een vergelijking invoeren
Nadat u de Numeric Solver heeft weergegeven, begint u met
het invoeren van de vergelijking die u wilt oplossen.
De Numeric Solver
weergeven
Een vergelijking
invoeren
Tips: in uw vergelijking:
Moet u geen systeem-
functienamen gebruiken
(zoals y1(x) of r1(
q
))
voor
eenvoudige variabelen
(y1 of r1)
.
Moet u voorzichtig zijn
met impliciete vermenig-
vuldiging. Bijvoorbeeld:
a(m2+m1)
wordt
behandeld als een functie-
referentie, niet als
a
ù
(m2+m1)
.
Opmerking: wanneer u de
variabelen definieert, kunt u
exp
definiëren of er naar
oplossen.
Opmerking: nadat u op
¸
heeft gedrukt, wordt
de actuele vergelijking auto-
matisch opgeslagen onder
de systeemvariabele
eqn
.
Het argument hoeft niet overeen
te komen met het argument dat
gebruikt werd om de functie of
vergelijking te definiëren.