Operation Manual

340 Hoofdstuk 19. Numeric Solver
19SOLVER.NLD TI-89/TI-92 Plus: Numeric Solver (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 4:11 PM Printed: 02/29/00 12:24 PM Page 340 of 10
In de Numeric Solver laat u de
cursor op de onbekende variabele
staan. Druk op en selecteer:
1:Graph View
– of –
3:ZoomStd
– of –
4:ZoomFit
De grafiek wordt op een gesplitst
scherm getoond waarbij:
¦
De onbekende variabele op
de x-as wordt geplot.
¦
left
ì
rt
op de y-as wordt geplot.
Oplossingen voor de vergelijking
bestaan bij
left
N
rt=0
, waar de
grafiek de x-as snijdt.
U kunt de grafiek onderzoeken door de vrij beweegbare cursor te
gebruiken, te volgen, te zoomen etc., zoals beschreven in
hoofdstuk 6.
Wanneer u de Numeric Solver gebruikt om een grafiek weer te geven:
¦
Worden de volgende modi als volgt ingesteld:
Modus Instelling
Graph FUNCTION
Split Screen LEFT-RIGHT
Number of Graphs 1
¦
Worden alle statistische plots gedeselecteerd.
¦
Is het mogelijk dat het scherm Graph nadat u de Numeric Solver
heeft verlaten de oplossing van de vergelijking blijft weergeven,
en eventuele geselecteerde Y= functies negeert. Als dit gebeurt,
moet u de Y= Editor weergeven en vervolgens teruggaan naar het
scherm Graph. De grafiek wordt ook opnieuw ingesteld wanneer
u de modus
Graph
verandert of
ClrGraph
gebruikt in het
basisscherm (
5
) of in een programma.
De oplossing plotten
U kunt de oplossingen van een vergelijking plotten op elk
willekeurig moment nadat u de bekende variabelen gedefinieerd
heeft, zowel voordat als nadat u de vergelijking naar de
onbekende variabele heeft opgelost. Door de oplossingen te
plotten kunt u zien hoeveel oplossingen er bestaan en kunt u
de cursor gebruiken om een nauwkeurige beginschatting en
grenzen te selecteren.
De grafiek weergeven
Tips: bij gesplitst scherm:
Gebruikt u
2a
om
tussen de twee helften
heen en weer te
schakelen.
De actieve helft heeft een
dikke rand
De werkbalk behoort tot
de actieve helft.
Zie voor meer informatie
hoofdstuk 14.
Invloed van de grafiek op
verschillende instellingen
Opmerking: indien u eerder
andere modusinstellingen
gebruikte, dient u deze
instellingen handmatig
opnieuw te selecteren.
Graph view gebruikt de actuele
waarden van de venstervariabelen.
Zie voor informatie over ZoomStd
en ZoomFit Hoofdstuk 6.
Eventuele in de Y= Editor
geselecteerde functies
worden niet geplot.
De actuele grafische formaat-
instellingen worden gebruikt.