Operation Manual

Hoofdstuk 21. Geheugen- en variabelenbeheer 361
21MEMORY.NLD TI-89: Memory & Variables Mgmt (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 12:34 PM Printed: 02/29/00 12:42 PM Page 361 of 16
Om een variabele in het archief op te slaan of uit het archief te halen:
1. Druk op om het scherm
VAR-LINK
weer te geven.
2. Selecteer één of meer variabelen, deze mogen zich in verschillende
mappen bevinden. (U kunt een volledige map selecteren door de
naam van de map te selecteren.)
3. Druk op ƒ en selecteer:
8:Archive Variable
– of –
9:Unarchive Variable
Indien u
8:Archive Variable
, selecteert,
worden de variabelen verplaatst
naar het gegevensarchief van de
gebruiker.
U kunt een gearchiveerde
v
ariabele bereiken, net als een
geblokkeerde variabele. Een
gearchiveerde variabele zit nog
steeds in zijn oorspronkelijke map;
het verschil is eenvoudig dat hij
nu is opgeslagen in het gegevens-
archief van de gebruiker in plaats
v
an in het RAM.
RAM
CLASS
û
MAIN
f
l1
m1
û
pro
g
1
s1
text1
Gegevensarchief
van de gebruiker
a2
pic1
Gebruik de opdrachten
Archive
en
Unarchiv
(Bijlage A).
Archive
variabele1
,
variabele2
, …
Unarchiv
variabele1
,
variabele2
, …
In het scherm VAR-LINK
Tip: om een enkele variabele
te selecteren, kunt u deze
markeren. Om meerdere
variabelen te selecteren,
markeert u alle variabelen
en drukt u op
Ÿ.
Opmerking: raadpleeg, als
u een Garbage Collection
melding krijgt, pagina 362.
Opmerking: een
gearchiveerde variabele
wordt automatisch
geblokkeerd. U kunt de
variabele bereiken, maar u
kunt hem niet bewerken of
wissen. Zie pagina 364.
In het basisscherm of in
een programma
gearchiveerde
variabelen