Operation Manual

Hoofdstuk 2. Werken met de rekenmachine 27
02OPER.NLD TI-89/TI-92 Plus: Operating the TI-89/TI-92 Plus (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:23 AM Printed: 02/29/00 11:37 AM Page 27 of 44
Uitdrukkingen worden overeenkomstig de volgorde van bewerkingen
(EOSé) beschreven in bijlage B uitgewerkt. Om de volgorde, waarin
een uitdrukking wordt uitgewerkt, te veranderen, of om er zeker van
te zijn dat een uitdrukking in de door u gewenste volgorde wordt
uitgewerkt, kunt u het best haakjes gebruiken.
De berekeningen binnen de haakjes worden eerst uitgevoerd.
Bijvoorbeeld, in
4(1+2)
, werkt EOS
(1+2)
uit, waarna het antwoord
wordt vermenigvuldigd met 4.
Typ de uitdrukking, en druk op ¸ om hem uit te werken. U kunt de
naam van een functie of instructie als volgt op de invoerregel invoeren.
¦
Druk, indien beschikbaar, op de toets voor de functie.
Bijvoorbeeld voor
TI.89:
2W of voor
TI.92 Plus:
W.
— of —
¦
Selecteer, indien beschikbaar, de functie of instructie in een
menu. Bijvoorbeeld, kies
2:abs
in het submenu
Number
van het
menu
MATH
.
— of —
¦
Typ de naam letter voor letter op het toetsenbord. (Op de
TI
-
89
gebruikt u j en 2 om letters te typen.) U mag
hoofdletters en kleine letters door elkaar gebruiken. Typ
bijvoorbeeld
sin(
of
Sin(
.
Bereken
3.76 ÷ (
ë
7.9 +
5) + 2 log 45
.
Op de TI.89: Op de TI.92 Plus: Venster
3.76e
7.9«2]
3.76e
7.9
«2]
3.76/(ë 7.9+(
2
]
voe
g
t “
( ” in omdat zijn
ar
g
ument tussen haken moet staan.
5 dd 5dd
3.76/(ë 7.9+(5))
Gebruik
d
één keer om
(5) te
sluiten en no
g
een keer om (
ë
7.9 +
5) te sluiten.
« 2
2™LOGj
c45d
«2
LOG
c45d
3.76/(ë7.9+(5))+2log(45)
log
vereist ( ) rond het ar
g
ument.
¸¸
U kunt meerdere
uitdrukkingen of
instructies tegelijk
invoeren als u deze met
een dubbele punt van
elkaar scheidt door op
te drukken.
Haakjes
Een uitdrukking invoeren
Voorbeeld
Opmerking: u kunt
log
ook
selecteren met behulp van
TI
.
89:
½
TI
.
92 Plus:
2
½
(pagina 44).
Meerdere uitdrukkingen
op een regel invoeren
Toont alleen het laatste resultaat.
!
wordt weergegeven als u op
§
drukt om een waarde onder een
variabele op te slaan.
Typ de functienaam in dit voorbeeld.