Operation Manual

Bijlage A: Functies en instructies 423
8992APA.NLD TI-89 / TI-92 Plus: Appendix A (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 1:10 PM Printed: 02/29/00 1:11 PM Pa
g
e 423 of 132
CopyVar
CATALOG
CopyVar
var1
,
var2
Kopieert de inhoud van variabele
var1
naar
var2.
Als
var2
niet bestaat, wordt deze door
CopyVar
gemaakt.
Opmerking:
CopyVar
komt overeen met de
opslaginstructie (!) wanneer u een uitdrukking,
lijst, matrix of tekenreeks kopieert, met dit
verschil dat er geen vereenvoudiging
plaatsvindt als u
CopyVar
gebruikt. U dient
CopyVar
te gebruiken bij niet-algebraïsche
variabeletypen zoals Pic- en GDB-variabelen.
x+y! a
¸
x
+
y
10! x
¸
10
CopyVar a,b
¸
Done
a! c
¸
y
+
10
DelVar x
¸
Done
b
¸
x
+
y
c
¸
y
+
10
cos()
TI-89
:
toets
2X TI-92 Plus: toets
X
cos(
uitdrukking1
)
uitdrukking
cos(
lijst1
)
lijst
cos(
uitdrukking1
)
geeft de cosinus van het
argument als een uitdrukking.
cos(
lijst1
)
geeft een lijst van de cosinussen
van alle elementen van
lijst1
.
Opmerking: het argument wordt ge-
ïnterpreteerd als een hoek in graden of radialen,
afhankelijk van de actuele hoekmodusinstelling.
U kunt ¡ of ô gebruiken om de hoekmodus
tijdelijk te overschrijven.
In de hoekmodus Degree:
cos((p/4)ô )
¸
2
2
cos(45)
¸
2
2
cos({0,60,90})
¸
{
1 1/2 0
}
In de hoekmodus Radian:
cos(p/4)
¸
2
2
cos(45¡)
¸
2
2
cos(
vierkanteMatrix1
)
vierkanteMatrix
Geeft de matrixcosinus van
vierkanteMatrix1
.
Dit is niet hetzelfde als het berekenen van de
cosinus van ieder element.
Indien een scalaire functie f(A) op
vierkanteMatrix1
(A) werkt, wordt het resultaat
berekend door het algoritme:
1. Bereken de eigenwaarden (l
i
) en eigen-
vectoren (V
i
) van A.
vierkanteMatrix1
moet diagonaliseerbaar
zijn. Daarnaast mag hij geen variabelen
bevatten waar geen waarde aan is
toegekend.
2. Vorm de matrices:
B =
l
1
0
… 0
0
l
2
… 0
0
0
… 0
0
0
l
n
en X = [V
1
,V
2
, … ,V
n
]
3. Vervolgens geldt A = X B Xê en f(A) = X
f(B) Xê. Bijvoorbeeld, cos(A) = X cos(B)
Xê met:
cos (B) =
cos( )
cos( )
cos( )
λ
λ
λ
1
2
00
00
00 0
00
K
K
K
K
n
Alle berekeningen zijn uitgevoerd met
getallen met een drijvende komma.
In de hoekmodus Radian:
cos([1,5,3;4,2,1;6,ë 2,1])
¸
.212… .205… .121…
.160… .259… .037…
.248… ë.090… .218…