Operation Manual

516 Bijlage A: Functies en instructies
8992APA.NLD TI-89 / TI-92 Plus: Appendix A (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 1:10 PM Printed: 02/29/00 1:11 PM Page 516 of 132
Toolbar
CATALOG
Toolbar
blok
EndTBar
Maakt een werkbalkmenu.
blok
kan één opdracht of een reeks
opdrachten, gescheiden door het teken “:”,
zijn. De opdrachten kunnen
Title
of
Item
zijn
.
Items
moeten labels hebben. Een
Title
moet ook
een label hebben, indien hij geen item heeft.
Programmasegment:
©
:Toolbar
: Title "Examples"
: Item "Trig", t
: Item "Calc", c
: Item "Stop", Pexit
:EndTbar
©
Opmerking: indien uitgevoerd in een
programma, maakt dit segment een menu
met drie keuzemogelijkheden, die naar
drie plaatsen in het programma springen.
Trace
CATALOG
Trace
Tekent een
Smart Graph
en plaatst een volgc-
ursor op de eerste gedefinieerde Y= functie
op de eerder gedefinieerde cursorpositie, of
op de standaardpositie, indien opnieuw
tekenen nodig was.
Maakt het mogelijk de cursor en de meeste
toetsen te gebruiken bij het bewerken van
coördinaatwaarden. Bepaalde toetsen, zoals
de functietoetsen, O en 3 zijn niet
geactiveerd tijdens het volgen.
Opmerking: druk op
¸
om weer verder
te gaan met de bewerking.
Try
CATALOG
Try
blok1
Else
blok2
EndTry
Voert
blok1
uit tenzij er een fout optreedt. De
programma-uitvoering gaat over naar
blok2
indien er een fout optreedt in
blok1
. De variabele
errornum
bevat het foutnummer, om het
programma de mogelijkheid te geven de fout
te herstellen.
blok1
en
blok2
kunnen één opdracht of een reeks
opdrachten, gescheiden door het teken “:”, zijn.
Programmasegment:
©
:Try
: NewFold(temp)
: Else
: ¦Already exists
: ClrErr
:EndTry
©
Opmerking: zie
ClrErr
en
PassErr
.