Operation Manual

76 Hoofdstuk 3. Werken met symbolen
03SYMBOL.NLD TI-89/TI-92 Plus: Symbolic Manipulation (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 9:25 AM Printed: 02/29/00 11:38 AM Page 76 of 24
Gebruik de functies
integrate
(
2
) en d
differentiate
(
1
).
(
uitdrukking
,
var
[,
onder
[
boven
])
d
(
uitdrukking
,
var
[,
volgorde
])
Integreer
x
ñù
sin(x)
ten opzichte
v
an
x
.
Differentieer het antwoord ten
opzichte van
x
.
Gebruik de functie
limit
(
3
).
limit
(
uitdrukking
,
var
,
punt
[,
richting
]) *
Zoek de limiet van
sin(3x) / x
als
x
0 nadert
.
Gebruik de functie
taylor
(
9
).
taylor
(
uitdrukking
,
var
,
volgorde
[,
punt
])
Zoek een zesdegraads
Taylorpolynoom voor s
in(x)
ten
opzichte van
x
.
Sla het antwoord op als een door
de gebruiker gedefinieerde
functie genaamd
y1(x)
.
Plot vervolgens
sin(x)
en de
Taylorreeks.
Graph sin(x):Graph y1(x)
Veel gebruikte bewerkingen uit de analyse
Dit gedeelte geeft voorbeelden van een aantal functies die
beschikbaar zijn in het werkbalkmenu
Calc
. Raadpleeg bijlage
A voor volledige informatie over alle functies uit de analyse.
Integreren en
differentiëren
Opmerking:
integreren kan
alleen voor een uitdrukking;
differentiëren kan voor een
uitdrukking, een lijst of matrix.
Limieten zoeken
Opmerking:
u kunt limieten
berekenen voor een
uitdrukking, lijst of matrix.
Taylorreeksen zoeken
Belangrijk:
een schaalindeling
van p/180 in de modus
Degree kan ertoe leiden dat
de resultaten van
analytische toepassingen in
een andere vorm
verschijnen.
Hiemee kunt u grenzen of een
integratieconstante specificeren.
Om
d
, te krijgen druk op
1 or
2
=
. Typ niet zomaar D op het
toetsenbord.
negatief = linkerlimiet
positief = rechterlimiet
weggelaten of 0 = beide
indien weggelaten is
het expansiepunt 0