Operation Manual

Hoofdstuk 5. Extra basisscherm-onderwerpen 97
05ADDLHM.NLD TI-89/TI-92 Plus: Additional Home Screen Topics (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 9:33 AM Printed: 02/29/00 11:39 AM Page 97 of 12
De volgende voorbeelden laten gebruikersgedefinieerde functies met
één en twee argumenten zien. U kunt zo veel argumenten gebruiken
als nodig zijn. In deze voorbeelden bestaat de definitie uit één
uitdrukking (of voorschrift).
cube(x) = x
3
xroot(x,y) = y
1
x
Gebruik bij het definiëren van functies en programma’s unieke
namen voor argumenten die niet worden gebruikt in de argumenten
voor een volgende functie- of programma-aanroep.
Gebruik in de argumentlijst dezelfde argumenten als in de definitie
gebruikt zijn. Bijvoorbeeld,
cube(n) = x
ò
geeft onverwachte resultaten
als u de functie evalueert.
Argumenten (
x
en
y
in deze voorbeelden) zijn plaatshouders die
waarden, die u aan de functie doorgeeft, vertegenwoordigen. Ze
vertegenwoordigen de variabelen
x
en
y
niet, tenzij u specifiek
x
en
y
als de argumenten doorgeeft als u de functie evalueert.
Gebruik één van de volgende methoden.
Methode Omschrijving
§ Een uitdrukking onder een functienaam opslaan
(inclusief de argumentlijst).
Opdracht
Define
Een functienaam als een uitdrukking definiëren
(inclusief de argumentlijst).
Program Editor
Zie hoofdstuk 17 voor meer informatie over het
maken van een gebruikersgedefinieerde functie.
Door de gebruiker gedefinieerde functies creëren en evalueren
Gebruikersgedefinieerde functies kunnen veel tijd besparen
als u dezelfde uitdrukking (maar met verschillende waarden)
meermaals moet herhalen. Met gebruikersgedefinieerde
functies kunt u de mogelijkheden van de
TI
-
89 / TI
-
92 Plus
ook
uitbreiden met andere dan alleen de ingebouwde functies.
Syntax van een functie
Opmerking: voor
functienamen gelden dezelfde
regels als voor variabele-
namen. Zie “Variabele
waarden opslaan en
opvragen” in hoofdstuk 2.
Een gebruikers-
gedefinieerde functie
maken
Functienaam
Argumentlijst
Definitie
Functienaam
Argumentlijst
Definitie