Operation Manual

108 Hoofdstuk 6. Grafieken van functies
06BASFUN.NLD TI-89/TI-92 Plus: Basic Function Graphing (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:26 AM Printed: 02/29/00 11:39 AM Page 108 of 22
1. Druk op 3 om het dialoogvenster
MODE
weer te geven, dat de
actieve modusinstellingen toont.
2. Stel de modus
Graph
in op
FUNCTION
. Zie “Modi instellen” in
hoofdstuk 2.
In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van grafieken van
functies van de vorm
y(x)
; de
TI
-
89 / TI
-
92 Plus
biedt echter de keuze
uit vijf instellingen van de modus
Graph
.
Instelling van Graph Omschrijving
FUNCTION
functies van de vorm
y(x)
PARAMETRIC x(t)
en
y(t)
parametervergelijkingen
POLAR r(
q
)
vergelijkingen in
poolcoördinaten
SEQUENCE u(n)
rijen
3D z(x,y)
3D-vergelijkingen
DIFFERENTIAL EQUATION y'(t)
differentiaalvergelijkingen
Wanneer u met goniometrische functies werkt, moet u met de modus
Angle
de eenheid (
RADIAN of DEGREE
) instellen waarin u de hoeken
wilt invoeren en weergeven.
Om de actieve instelling van de modus
Graph
en van de modus
Angle
te
zien, moet u de statusregel onderin het scherm controleren.
De modus Graph instellen
Voordat u grafieken tekent van functies van de vorm y(x), moet u
in de modus Graph
FUNCTION
kiezen. Het kan ook noodzakelijk
zijn om de modus
Angle
in te stellen, die invloed heeft op de
manier waarop de
TI
-
89 / TI
-
92 Plus
grafieken van goniometrische
functies tekent.
Modus Graph
Opmerking: voor grafieken
die geen complexe getallen
gebruiken, stelt u Complex
Format = REAL in. Anders
kan dit grafieken, die
machten als x
1/3
gebruiken,
beïnvloeden
Opmerking: andere
instellingen van de modus
Graph
modusinstellingen
worden beschreven in de
volgende hoofdstukken.
Modus Angle
De statusregel
controleren
Modus
Angle
Modus
Graph