Operation Manual

130 Hoofdstuk 7. Parameterkrommen
07PARAM.NLD TI-89/TI-92 Plus: Parametric Graphing (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 2:02 PM Printed: 02/29/00 11:40 AM Page 130 of 6
Gebruik 3 om
Graph = PARAMETRIC
in te stellen, voordat u
parametervoorstellingen definieert of venstervariabelen instelt. Met
de Y= Editor en de Window Editor kunt u alleen informatie invoeren
voor de actuele
Graph
modusinstelling.
Om een parameterkromme te plotten, moet u zowel zijn
x
- als zijn
y
-
component definiëren. Als u slechts één component definieert, kan
de kromme niet worden getekend. (U kunt echter afzonderlijke
componenten gebruiken om automatisch een tabel te genereren,
zoals is beschreven in hoofdstuk 13.)
Let goed op wanneer u een impliciete vermenigvuldiging gebruikt
met
t
. Bijvoorbeeld:
Invoer In plaats van Reden
t
ù
cos(60) tcos(60) tcos
wordt geïnterpreteerd als een door de
gebruiker gedefinieerde functie genaamd
tcos
, niet als impliciete vermenigvuldiging.
In de meeste gevallen verwijst dit naar
een niet-bestaande functie. Daarom geeft
de
TI
-
89 / TI
-
92 Plus
simpelweg de
functienaam, niet een getal.
De Y= Editor houdt een onafhankelijke functielijst bij voor elke
modusinstelling
Graph.
Neem bijvoorbeeld het volgende aan:
¦
in de grafische modus
FUNCTION
definieert u een aantal functies van
de vorm
y(x)
. U schakelt om naar de grafische modus
PARAMETRIC
en definieert een aantal
x
- en
y
-componenten.
¦
als u teruggaat naar de grafische modus
FUNCTION
zijn uw
functies van de vorm
y(x)
nog steeds gedefinieerd in de Y= Editor.
Wanneer u teruggaat naar de grafische modus
PARAMETRIC
zijn
uw
x
- en
y
-componenten nog steeds gedefinieerd.
Verschillen tussen grafieken van parametervoorstellingen en grafieken
van functies
In dit hoofdstuk wordt ervan uitgegaan dat u reeds weet hoe u
grafieken van functies van de vorm y(x) tekent, zoals is
beschreven in hoofdstuk 6: “Grafieken van functies”. In dit deel
worden de verschillen tussen deze grafieken en
parameterkrommen beschreven.
De modus Graph
instellen
Parametervoorstellingen
definiëren in de
Y= Editor
Opmerking: als u t
gebruikt, moet u er zeker
van zijn dat een impliciete
vermenigvuldiging geldig is
in uw situatie.
Tip: u kunt de opdracht
Define van het
basisscherm (zie bijlage A)
gebruiken om functies en
vergelijkingen voor iedere
willekeurige grafische
modus te definiëren,
onafhankelijk van de
actieve modus.
Voer x- en y-componenten in op
aparte regels.
U kunt xt1(t) tot xt99(t) en
yt1(t) tot yt99(t) definiëren.