Operation Manual

Hoofdstuk 7. Parameterkrommen 131
07PARAM.NLD TI-89/TI-92 Plus: Parametric Graphing (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 2:02 PM Printed: 02/29/00 11:40 AM Page 131 of 6
Om een parameterkromme te tekenen, selecteert u of zijn
x-
of
y-
component of beide. Wanneer u een component invoert of bewerkt,
wordt deze automatisch geselecteerd.
Het apart selecteren van
x
- en
y
-componenten kan handig zijn voor
tabellen, zoals is beschreven in hoofdstuk 13. Wanneer u meerdere
parametervoorstellingen hebt, kunt u op deze manier alle
x
-
componenten of alle
y
-componenten selecteren en ze vergelijken.
U kunt de stijl voor de
x
- of voor de
y
-component instellen. Als u de
x
-
component bijvoorbeeld instelt op
Dot
, stelt de
TI
-
89 / TI
-
92 Plus
de
y
-
component automatisch in op
Dot
.
De stijlen
Above
en
Below
zijn niet beschikbaar voor
parametervoorstellingen en worden in het werkbalkmenu
Style
van
de Y= Editor grijs weergegeven.
De Window Editor heeft een onafhankelijke verzameling van
venstervariabelen voor iedere modusinstelling
Graph
(net zoals de
Y= Editor onafhankelijk functielijsten heeft). Voor
parameterkrommen worden de volgende venstervariabelen gebruikt.
Variabele Omschrijving
tmin, tmax
Kleinste en grootste
t
-waarden die voorkomen.
tstep
Stapgrootte voor de
t
-waarde. Parametervoorstellingen
worden uitgewerkt voor:
x(tmin) y(tmin)
x(tmin+tstep) y(tmin+tstep)
x(tmin+2(tstep)) y(tmin+2(tstep))
... niet hoger dan ... ... niet hoger dan ...
x(tmax) y(tmax)
xmin
,
xmax
,
ymin
,
ymax
Begrenzingen van het weergavevenster.
xscl
,
yscl
A
fstand tussen schaalaanduidingen op de x- en y-as.
De standaardwaarden zijn (wanneer u
6:ZoomStd
kiest in het
werkbalkmenu
Zoom
):
tmin = 0.
xmin =
ë
10. ymin =
ë
10.
tmax = 2
p
(6,2831853... radialen
of 360 graden)
xmax = 10. ymax = 10.
tstep =
p
/24 (,1308996... radialen
of 7,5 graden)
xscl = 1. yscl = 1.
Het kan nodig zijn om de standaardwaarden voor de
t
-variabelen
(
tmin
,
tmax
,
tstep
) te veranderen, om ervoor te zorgen dat er
voldoende punten worden geplot.
Parametervoorstellingen
selecteren
De weergavestijl
instellen
Tip: gebruik de stijlen
Animate en Path voor
interessante effecten bij de
beweging van het projectiel.
Venstervariabelen
Opmerking: u kunt een
negatieve tstep gebruiken.
Als dit zo is, moet tmin
groter zijn dan tmax.