Operation Manual

Hoofdstuk 8. Grafieken in poolcoördinaten 137
08POLAR.NLD TI-89/TI-92 Plus: Polar Graphing (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:27 AM Printed: 02/29/00 11:40 AM Page 137 of 6
De Window Editor heeft een onafhankelijke verzameling van
venstervariabelen voor iedere modusinstelling
Graph
(net zoals de
Y= Editor onafhankelijke functielijsten heeft). Voor grafieken in
poolcoördinaten worden de volgende venstervariabelen gebruikt.
Variabele Omschrijving
q
min,
q
max
Kleinste en grootste
q
-waarden die voorkomen.
q
step
Stapgrootte voor de
q
-waarde. Vergelijkingen in
poolcoördinaten worden uitgewerkt voor:
r(
q
min)
r(
q
min+
q
step)
r(
q
min+2(
q
step))
... niet hoger dan ...
r(
q
max)
xmin
,
xmax
,
ymin
,
ymax
Begrenzingen van het weergavevenster.
xscl
,
yscl
A
fstand tussen schaalaanduidingen op de x- en y-as.
De standaardwaarden zijn (wanneer u
6:ZoomStd
kiest in het
werkbalkmenu
Zoom
):
q
min = 0.
xmin =
ë
10. ymin =
ë
10.
q
max = 2
p
(6,2831853... radialen
of 360 graden)
xmax = 10. ymax = 10.
q
step =
p
/24 (.1308996... radialen
of 7,5 graden)
xscl = 1. yscl = 1.
Het kan nodig zijn om de standaardwaarden voor de
q
variabelen
(
q
min
,
q
max
,
q
step
) te veranderen, om ervoor te zorgen dat er genoeg
punten worden geplot.
Om coördinaten weer te geven als
r
en
q
waarden, gebruikt u:
ƒ
9
of
TI-89
: ¥Í
TI-92 Plus
: ¥
F
om
Coordinates = POLAR in
te stellen. Indien
Coordinates = RECT
, zullen
de vergelijkingen in poolcoördinaten correct geplot worden, maar de
coördinaten zullen worden weergegeven als
x
and
y
.
Als u de grafiek van een vergelijking in poolcoördinaten volgt, wordt
de
q
-coördinaat weergeven, zelfs als
Coordinates = RECT
.
Venstervariabelen
Opmerking: u kunt een
negatieve qstep gebruiken.
Als dit zo is, moet qmin
groter zijn dan qmax.
De grafische opmaak
instellen