Operation Manual

194 Hoofdstuk 11. Grafieken van differentiaalvergelijkingen
11DIFFEQ.NLD TI-89/TI-92 Plus: Differential Equation (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:33 AM Printed: 02/29/00 11:41 AM Page 194 of 26
9. Ga terug naar het basisscherm
en gebruik
BldData
om een
gegevensvariabele te creëren
die de punten berekend
volgens
Euler
bevat.
BldData eulerlog
10. Gebruik de Data/Matrix Editor
(
O
6 3
) om een nieuwe
gegevensvariabele te creëren,
genaamd
errorlog
.
11. Definieer in deze nieuwe
gegevensvariabele de kolom-
koppen
c1
,
c2
en
c3
om te
refereren aan de gegevens in
rklog
en
eulerlog
. Voer ook de
kolomtitels in zoals weer-
gegeven.
Om een kolomkoptekst te
definiëren, verplaatst u de
cursor naar die kolom en drukt
u op , typt u de referentie-
uitdrukking in (zoals
rklog[1]
voor
c1
) en drukt u op ¸.
12. Druk op in de Data/Matrix
Editor. Druk vervolgens op
ƒ en definieer Plot 1 voor
de RK gegevens, zoals
rechts wordt weergegeven.
13. Definieer Plot 2 voor de
Euler gegevens. Gebruik
de waarden die rechts
worden weergegeven.
Plot Type=xyline
Mark=Cross
x=c1
y=c3
14. Ga terug naar de Y= Editor,
druk op 3 en stel
Graph = FUNCTION
in.
15. De exacte oplossing voor de
differentiaalvergelijking is
hieronder weergegeven.
Voer hem in als
y1
.
y1 = (100
ù
e
^(x/10))/(
e
^(x/10)+9)
Opmerking: met
errorlog
kun
t
u de gegevens in
rklog
en
eulerlog
combineren, zodat u
de twee gegevenssets naast
elkaar kunt bekijken.
Opmerking:
rklog[1]
en
rklog[2]
verwijzen, respectievelijk, naa
r
kolom 1 en 2 in
rklog
. Dit geldt
ook voor
eulerlog[2].
Tip: blader door de gegevens-
variabele om te zien hoe de
waarden van RK en Euler
verschillen voor dezelfde
tijdwaarde.
Opmerking: om te zien hoe
u
deSolve()
gebruikt om
deze exacte, algemene
oplossing te vinden,
raadpleegt u pagina 196.
c3=
eulerlog[2]
c2=rklog[2]
c1=rklog[1] or
c1=eulerlog[1]
U kunt
C
gebruiken om omhoog te
bladeren om Plot 1 en Plot 2 te
bekijken.