Operation Manual

Hoofdstuk 1. Korte kennismaking 9
01START.NLD TI-89/TI-92Plus:Getting Started (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:18 AM Printed: 02/29/00 11:36 AM Page 9 of 12
Stappen
³
TI.89
Toetsaanslagen
TI.92 Plus
Toetsaanslagen Venster
Uitdrukkingen uitwerken
1. Werk de uitdrukking
(x
ì
5)
3
uit.
U kunt “expand” invoeren op de
invoerregel door
EXPAND
in te toetsen
op het toetsenbord of door op
te
drukken en
3:expand(
te kiezen.
2. (Optioneel) Voer zelf andere
uitdrukkingen in.
3
c X | 5 dZ3
d
¸
3
cX|5dZ3
d
¸
Uitdrukkingen vereenvoudigen
1. Vereenvoudig de uitdrukking
(x
2
ì
2x
ì
5)/(x
ì
1)
zo ver mogelijk.
U kunt “propFrac” invoeren op de
invoerregel door
PROPFRAC
in te
toetsen op het toetsenbord of door op
te drukken en
7:propFrac(
te kiezen
.
7
c X Z 2 | 2X
|5de
cX|1dd
¸
7
cXZ2|2X
|5de
cX|1dd
¸
V
eeltermen in factoren
ontbinden
1. Ontbind de veelterm
(x
2
ì
5)
in
factoren ten opzichte van
x
.
U kunt “factor” invoeren op de
invoerregel door
FACTOR
in te toetsen
op het toetsenbord of door op
te
drukken en
2:factor(
te kiezen.
2
X Z 2 | 5
b X d
¸
2
X Z 2 | 5
b X d
¸
V
ergelijkingen oplossen
1. Los de vergelijking
x
2
ì
2x
ì
6=2
op
naar
x
.
U kunt “solve(“ invoeren op de
invoerregel door
“solve(“
te kiezen in
het menu Catalog, door
SOLVE(
in te
toetsen op het toetsenbord of door op
te drukken en
1:solve(
te kiezen.
Op de statusregel wordt de vereiste
syntaxis voor de gemarkeerde optie
uit het menu Catalog weergegeven.
1
X Z 2 | 2X|6
Á2bXd
¸
1
XZ2|2X|6
Á2bXd
¸