Operation Manual

248 Hoofdstuk 15. Data/Matrix Editor
15DATAMA.NLD TI-89/TI-92 Plus: Data/Matrix Editor (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 2:03 PM Printed: 02/29/00 12:21 PM Page 248 of 16
Ga in de Data/Matrix Editor als volgt te werk.
1. Verplaats de cursor naar een van de cellen van de kolom en druk
op .
— of —
Verplaats de cursor naar de koptekstcel van de kolom (
c1
,
c2
,
etc.) en druk op ¸.
Opmerking:
u hoeft niet op ¸ te drukken als u een nieuwe
definitie wilt typen of een bestaande definitie wilt vervangen. Als
u echter een bestaande definitie wilt bewerken, moet u wel op
¸ drukken.
2. Typ de nieuwe uitdrukking, deze vervangt een eventuele
bestaande uitdrukking.
Als u of ¸ hebt gebruikt in Stap 1, is de cursor naar de
invoerregel versprongen, om een eventuele bestaande definitie te
markeren. U kunt ook het volgende doen.
¦
Druk op M om de gemarkeerde uitdrukking te wissen. Typ
vervolgens de nieuwe uitdrukking.
— of —
¦
Druk op A of op B om de markering te verwijderen. Bewerk
vervolgens de oude uitdrukking.
De uitdrukking: Bijvoorbeeld:
Genereert een rij getallen.
c1=seq(x^2,x,1,5)
c1={1,2,3,4,5}
V
erwijst naar een andere kolom.
c2=2ù c1
c4=c1ù c2ì sin(c3)
3. Druk op ¸, D, of
C om de definitie op te
slaan en de kolommen
te actualiseren.
1. Verplaats de cursor naar één van de cellen in de kolom en druk
op .
—of—
Verplaats de cursor naar de koptekstcel van de kolom (
c1
,
c2
, etc.)
en druk op ¸.
2. Druk op M om de gemarkeerde uitdrukking te wissen.
3. Druk op ¸, D , of op C.
Een kolomkoptekst definiëren met een uitdrukking
Voor een lijstvariabele of een kolom in een gegevensvariabele
kunt u in de kolomkoptekst een functie invoeren, die
automatisch een lijst van elementen genereert. In een
gegevensvariabele is het ook mogelijk de ene kolom te
definiëren in termen van een andere kolom.
Een definitie voor een
koptekst invoeren
Tip: om een bestaande
definitie te bekijken, drukt u
op
of verplaatst u de
cursor naar de koptekstcel
van de kolom en bekijkt u d
e
invoerregel.
Tip: om veranderingen te
annuleren drukt u op
N
voordat u op
¸
drukt.
Opmerking: de functie
seq
wordt beschreven in bijlage A.
Opmerking: als u verwijst
naar een lege kolom krijgt u
een foutmelding (tenzij Auto-
calculate = OFF, zoals is
beschreven op pagina 249).
Opmerking: bij een
gegevensvariabele worden
koptekstdefinities opgeslage
n
wanneer u de Data/ Matrix
Editor verlaat. Bij een
lijstvariabele worden de
definities niet opgeslagen
(alleen de celwaarden die he
t
resultaat ervan zijn).
Een koptekstdefinitie
wissen
U kunt een geblokkeerde cel (
Œ
) niet
direct wijzigen, aangezien deze wordt
gedefinieerd door de kolomkoptekst.
c1=seq(x,x,1,7)
c2=2
ù
c1