Operation Manual
Hoofdstuk 21. Geheugen- en variabelenbeheer 359
21MEMORY.NLD TI-89: Memory & Variables Mgmt (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 12:34 PM Printed: 02/29/00 12:42 PM Page 359 of 16
In de volgende toepassingen kunt u een variabelenaam op de actuele
cursorpositie plakken.
¦
Basisscherm, Y= Editor, Table Editor of Data/Matrix Editor — De
cursor moet op de invoerregel staan.
¦
Text Editor, Window Editor, Numeric Solver of Program Editor
— De cursor kan overal op het scherm staan.
In één van de hierboven genoemde toepassingen:
1. Plaats de cursor op de plaats
waar u de variabelenaam
wilt invoegen.
sin(|
2. Druk op 2°.
3. Markeer de gewenste
variabele.
4. Druk op ¸ om de
variabelenaam te plakken.
sin(a1|
5. Voltooi het typen van de
uitdrukking.
sin(a1)|
Als u een variabelenaam plakt die niet in de actuele map staat, wordt
de padnaam van de variabele geplakt.
sin(class\a2|
Een variabelenaam in een toepassing plakken
Neem aan dat u een uitdrukking op het basisscherm aan het
typen bent en zich niet meer herinnert welke variabele u moet
gebruiken. U kunt het scherm
VAR-LINK
weergeven, een
variabele in de lijst selecteren en die variabelenaam
rechtstreeks op de invoerregel van het basisscherm plakken.
Welke toepassingen kunt
u gebruiken?
Procedure
Opmerking: u kunt ook
mapnamen markeren en
plakken.
Opmerking: hiermee wordt
de naam van de variabele
geplakt, niet de inhoud
ervan. (Gebruik
2£
in
plaats van
2°
om
de inhoud van de variabele
op te roepen.)
Als
CLASS
niet
de actuele map is, wordt dit geplakt als
u de variabele a2 uit
CLASS
markeert.