Operation Manual

30 Hoofdstuk 2. Werken met de rekenmachine
02OPER NLD TI
-
89/TI
-
92 Plus: O
p
erating the TI
-
89/TI
-
92 Plus (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:23 AM Printed: 02/29/00 11:37 AM Page 30 of 44
APPROXIMATE
— Alle numerieke resultaten worden, waar mogelijk,
weergegeven met een drijvende komma (decimaal).
Omdat niet-gedefinieerde variabelen niet decimaal uitgewerkt
kunnen worden, worden ze algebraïsch behandeld. Bijvoorbeeld,
als de variabele
r
niet gedefinieerd is,
p
r
ñ
= 3.14159
r
ñ
.
AUTO
— Waar mogelijk wordt gebruikt gemaakt van de notatie
EXACT
, maar als de invoer een decimaal scheidingsteken bevat,
wordt de notatie
APPROXIMATE
gebruikt. Bij bepaalde functies
worden de resultaten met de notatie
APPROXIMATE
weergegeven,
zelfs als uw invoer geen decimaal scheidingsteken bevat.
In het volgende diagram worden de drie instellingen vergeleken.
Invoer
Exact
resultaat
Approximate
resultaat
Auto
resultaat
8/4 2 2. 2
8/6 4/3 1.33333 4/3
8.5
ù
3 51/2 25.5 25.5
(2)/2
2
2
.707107
2
2
pù
22
p
6.28319 2
p
pù
2. 2
p
6.28319 6.28319
Exact/Approx
(vervolg)
Opmerking: resultaten
worden afgerond met de
nauwkeurigheid van de
TI
-
89 / TI
-
92 Plus
en worden
weergegeven volgens de
actieve modusinstellingen.
Tip: gebruik breuken in plaat
s
van decimalen als u een
notatie
EXACT
wilt behouden.
Gebruik bijvoorbeeld 3/2 in
plaats van 1.5.
Tip: als u onafhankelijk van
de huidige instelling invoer
in de notatie
APPROXIMATE
wilt evalueren, drukt u
op
¥¸
.
Resultaten in breuken worden
decimaal weergegeven.
Symbolische vormen worden,
waar mogelijk, decimaal
uitgewerkt.
Een decimaal in de invoer
forceert een resultaat met een
drijvende komma.
Een decimaal in
de invoer
forceert een
resultaat met
drijvende komma
in
AUTO
.