Operation Manual

Bijlage A: Functies en instructies 465
8992APA.NLD TI-89 / TI-92 Plus: Appendix A (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 1:10 PM Printed: 02/29/00 1:11 PM Pa
g
e 465 of 132
log()
CATALOG
log(
uitdrukking1
)
uitdrukking
log(
lijst1
)
lijst
Geeft de logaritme met grondtal 10 van het
argument.
Voor een lijst geeft het de logaritmen met
grondtal 10 van alle elementen.
log(2.0)
¸
.301
...
Indien de complexe getallenmodus
REAL
is:
log({ë 3,1.2,5})
¸
Error: Non-rea
l
resu
l
t
Indien de complexe getallenmodus
RECTANGULAR
is:
log({ë 3,1.2,5})
¸
{
ln(3)
ln(10)
+
p
ln(10)
ø i .079
...
ln(5)
ln(10)
}
log(
vierkanteMatrix1
)
vierkanteMatrix
Geeft de matrix-logaritme met grondtal 10
van
vierkanteMatrix1
. Dit is niet hetzelfde als
het berekenen van de logaritme met grondtal
10 van ieder element. Voor informatie over
de rekenmethode, zie ook
cos()
.
vierkanteMatrix1
moet diagonaliseerbaar zijn.
Het resultaat bevat altijd getallen met een
drijvende komma.
In de hoekmodus Radian en de complexe
getallenmodus Rectangular:
log([1,5,3;4,2,1;6,ë 2,1])
¸
.795…+.753…øi .003…ì.647…øi
.194…ì.315…øi .462…+.270øi
ë.115…ì.904…øi .488…+.777…øi
Logistic
MATH/Statistics/Regressions menu
Logistic
lijst1
,
lijst2
[
,
[
iteraties
]
,
[
lijst3
] [
,
lijst4
,
lijst5
]
]
Berekent de logistische regressie en werkt
alle statistische systeemvariabelen bij.
Alle lijsten moeten dezelfde dimensie
hebben, met uitzondering van
lijst5
.
lijst1
staat voor xlijst.
lijst2
staat voor ylijst.
lijst3
staat voor frequenties.
lijst4
staat voor categoriecodes.
lijst5
staat voor categorie-opnamelijst.
iteraties
specificeert het maximum aantal keren
dat er getracht zal worden een oplossing te
vinden. Indien weggelaten, wordt 64 gebruikt.
In het algemeen resulteren grotere waarden
in meer nauwkeurigheid maar tevens in een
langere rekentijd, en omgekeerd.
Opmerking:
lijst1
tot
lijst4
moeten variabele-
namen zijn of c1–c99 (kolommen van de
laatste gegevensvariabele die is getoond in de
Data/Matrix Editor).
lijst5
hoeft geen variabele-
naam te zijn en kan niet c1–c99 zijn.
In de grafische modus Function:
{1,2,3,4,5,6}! L1
¸
{1 2 3 …}
{1,1.3,2.5,3.5,4.5,4.8}! L2
¸
{1 1.3 2.5 …}
Logistic L1,L2
¸
Done
ShowStat
¸
¸
regeq(x)! y1(x)
¸
Done
NewPlot 1,1,L1,L2
¸
Done
¥%
9