Operation Manual

Bijlage A: Functies en instructies 539
8992APA.NLD TI-89 / TI-92 Plus: Appendix A (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 1:10 PM Printed: 02/29/00 1:11 PM Pa
g
e 539 of 132
x
ê
CATALOG
(^
-1
)
uitdrukking1
xê
uitdrukking
lijst1
xê
lijst
Geeft de omgekeerde van het argument.
Voor een lijst geeft het de omgekeerden van
de elementen in
lijst1
.
3.1^
ë
1
¸
.322581
{a,4,
ë
.1,x
ì
2}^
ë
1
¸
{
1
a
1
4
ë
10
1
x
ì
2
}
vierkanteMatrix1
xê
vierkanteMatrix
Geeft de inverse van
vierkanteMatrix1
.
vierkanteMatrix1
moet een niet-singuliere
vierkante matrix zijn.
[1,2;3,4]^
ë
1
¸
[1,2;a,4]^
ë
1
¸
|
(“with”)
TI-89: toets
Í
TI-92 Plus: toets 2
Í
uitdrukking
|
Booleaanse uitdrukking1
[
en Booleaanse
uitdrukking2
]
...
[
en Booleaanse uitdrukkingN
]
Het symbool “with” (|) werkt als een binaire
operator. De operand links van | is een uit-
drukking. De operand rechts van | specificeert
één of meer relaties die de vereenvoudiging
van de uitdrukking moeten beïnvloeden.
Meerdere relaties na | moeten verbonden
worden met een logische “and”.
De operator “with” levert drie basistypen
van functionaliteit: substituties, interval-
beperkingen en uitsluitingen.
x+1| x=3
¸
4
x+y| x=sin(y)
¸
sin(y)
+
y
x+y| sin(y)=x
¸
x
+
y
Substituties hebben de vorm van een gelijkheid,
zoals
x=3
of
y=sin(x)
. Om zo effectief mogelijk
te zijn, moet het linkerlid een eenvoudige
variabele zijn.
uitdrukking
|
variabele
=
waarde
zal
waarde
substitueren voor
variabele
iedere
keer dat
variabele
voorkomt in
uitdrukking
.
x^3
ì
2x+7
!
f(x)
¸
Done
f(x)| x=(3)
¸
3 + 7
(sin(x))^2+2sin(x)
ì
6
|
sin(x)=d
¸
d
ñ
+2d
ì
6
Intervalbeperkingen hebben de vorm van één of
meer ongelijkheden, verbonden door logische
“and” operatoren. Intervalbeperkingen maken
ook vereenvoudiging mogelijk die anders
ongeldig zouden zijn of onmogelijk te
berekenen.
solve(x^2
ì
1=0,x)|x>0 and x<2
¸
x
=
1
(x)ù
(1/x)|x>0
¸
1
(x)ù
(1/x)
¸
1
x
ø
x
Uitsluitingen gebruiken de operator “is-
niet-gelijk-aan” (/= of ƒ) om een specifieke
waarde uit te sluiten. Ze worden op de eerste
plaats gebruikt om een exacte oplossing uit
te sluiten bij het gebruik van
cSolve()
,
cZeros()
,
fMax()
,
fMin()
,
solve()
,
zeros()
, etc.
solve(x^2
ì
1=0,x)| xƒ1
¸
x
=
ë
1