Operation Manual

542 Bijlage B: Naslaginformatie
8992APB.NLD TI-89/TI-92 Plus:8992appb.doc (Dutch) Joan Terrell Revised: 02/29/00 12:38 PM Printed: 02/29/00 12:48 PM Page 542 of 34
Fout-
nummer Omschrijving
10 A function did not return a value
(Een functie heeft geen waarde opgeleverd)
20 A test did not resolve to TRUE or FALSE
(Een test werd niet opgelost naar TRUE of FALSE)
In het algemeen kunnen niet-gedefinieerde variabelen niet vergeleken worden.
De test
If a<b
zal deze fout bijvoorbeeld veroorzaken als óf
a
óf
b
niet
gedefinieerd is op het moment dat het
If
-voorschrift wordt uitgevoerd.
30 Argument cannot be a folder name
(Argument kan niet de naam van een map zijn)
40 Argument error
(Argumentfout)
50 Argument mismatch
(Verkeerde combinatie van argumenten)
Twee of meer argumenten moeten van hetzelfde type zijn. Bijvoorbeeld:
PtOn uitdrukking1,uitdrukking2
en
PtOn lijst1,lijst2
zijn beide geldig, maar
PtOn uitdrukking,lijst
is een verkeerde combinatie.
60 Argument must be a Boolean expression or integer
(Argument moet een Booleaanse
uitdrukking geheel getal zijn)
70 Argument must be a decimal number
(Argument moet een decimaal getal zijn)
80 Argument must be a label name
(Argument moet een labelnaam zijn)
90 Argument must be a list
(Argument moet een lijst zijn)
100 Argument must be a matrix
(Argument moet een matrix zijn)
110 Argument must be a Pic
(Argument moet een plaatje zijn)
120 Argument must be a Pic or string
(Argument moet een plaatje of een tekenreeks zijn)
130 Argument must be a string
(Argument moet een tekenreeks zijn)
140 Argument must be a variable name
(Argument moet een variabelenaam zijn)
Bijvoorbeeld,
DelVar 12
is ongeldig omdat een getal geen variabelenaam
kan zijn.
150 Argument must be an empty folder name
(Argument moet de naam zijn van een lege map)
TI-89 / TI-92 Plus Foutmeldingen
Dit gedeelte geeft een overzicht van foutmeldingen die weergegeven kunnen worden
wanneer invoerfouten of interne fouten optreden. Het nummer links van iedere foutmelding
staat voor een intern foutnummer dat niet wordt weergegeven. Als de fout zich voordoet
in een blok Try...EndTry wordt het nummer van de fout opgeslagen onder de systeem-
variabele
errornum
, als de fout zich voordoet in een blok. Het grootste gedeelte van de
foutmeldingen spreekt voor zich en vereist geen verdere uitleg. Voor een aantal
foutmeldingen is echter aanvullende informatie toegevoegd.