Operation Manual

48 Hoofdstuk 2. Werken met de rekenmachine
02OPER NLD TI
-
89/TI
-
92 Plus: O
p
erating the TI
-
89/TI
-
92 Plus (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:23 AM Printed: 02/29/00 11:37 AM Page 48 of 44
1. Voer de waarde in die u wilt opslaan. Dit kan een uitdrukking zijn.
2. Druk op §. Het opslagsymbool (! ) wordt weergegeven.
3. Typ de variabelenaam.
4. Druk op ¸.
Met de operator “with” kunt u een variabele tijdelijk opslaan. Zie
“Waarden vervangen en beperkingen instellen” in hoofdstuk 3.
1. Typ de variabelenaam.
2. Druk op ¸.
Wanneer de variabele niet gedefinieerd is, verschijnt de
variabelenaam in het resultaat.
In dit voorbeeld is de
v
ariabele
a
niet gedefinieerd.
Daarom wordt hij gebruikt
als een symbolische
v
ariabele.
1. Typ de variabelenaam in
de uitdrukking.
2. Druk op ¸ om de
uitdrukking uit te
werken.
Sla het resultaat op als u wilt
dat het resultaat de vorige
waarde van de variabele
v
ervangt.
Het kan voorkomen dat u de werkelijke waarde van een variabele
wilt gebruiken, in plaats van de naam van de variabele.
1. Druk op om een
dialoogvenster weer te
geven.
2. Typ de variabelenaam.
3. Druk twee maal
op ¸.
In dit voorbeeld wordt de waarde die is opgeslagen in
num1
op de
invoerregel ingevoegd, op de positie van de cursor.
Een waarde aan een
variabele toekennen
Opmerking:
TI
-
89
gebruikers moeten zo nodig
j
gebruiken bij het typen
van variabelenamen.
Een variabele weergeven
Opmerking: raadpleeg
hoofdstuk 3 voor meer
informatie over symbolisch
rekenen.
Een variabele gebruiken
in een uitdrukking
Tip: geef een lijst met
bestaande variabelenamen
weer met
,
zoals is beschreven in
hoofdstuk 21.
De waarde van een
variabele opvragen
De waarde van de variabele
is niet gewijzigd.