Operation Manual

62 Hoofdstuk 3. Werken met symbolen
03SYMBOL.NLD TI-89/TI-92 Plus: Symbolic Manipulation (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 9:25 AM Printed: 02/29/00 11:38 AM Page 62 of 24
Indien
Exact/Approx = APPROXIMATE
, dan zal de
TI
-
89 / TI
-
92 Plus
rationale getallen en irrationale constanten herleiden tot getallen met
een drijvende komma. Er zijn echter uitzonderingen.
¦
Bepaalde ingebouwde functies, die van een van hun argumenten
verwachten dat ze een geheel getal zijn, zullen, indien mogelijk,
dat getal herleiden tot een geheel getal. Bijvoorbeeld: d
(y(x), x,
2.0)
wordt omgezet in d
(y(x), x, 2)
.
¦
Exponenten van gehele getallen met een drijvende komma
worden herleid tot een geheel getal. Bijvoorbeeld:
x
2.0
wordt
omgezet in
x
2
, zelfs in de instelling
APPROXIMATE
.
Functies als
solve
en
(integrate)
gebruiken zowel exacte symbolische
als benaderende numerieke technieken
.
Deze functies slaan
sommige of alle van hun exacte symbolische technieken over in de
instelling
APPROXIMATE.
Voordelen Nadelen
A
ls er geen exacte
resultaten vereist worden,
bespaart deze instelling
tijd en/of verbruikt minder
geheugen dan de instelling
EXACT.
Benaderde resultaten
zijn soms compacter en
begrijpelijker dan exacte
resultaten.
Indien u niet van plan
bent om symbolische
berekeningen te
gebruiken, zijn benaderde
resultaten gelijk aan die
v
an gewone, traditionele
numerieke
rekenmachines.
Resultaten met niet-gedefinieerde
v
ariabelen of functies vertonen vaak een
onvolledige vereenvoudiging. Bijvoorbeeld,
een coëfficiënt die
0
zou moeten zijn, kan
weergegeven worden als een kleine
grootheid zoals
1,23457
E
-11
.
Symbolische bewerkingen als het
bepalen van limieten en integratie zullen
minder gauw bevredigende resultaten
geven in de instelling
APPROXIMATE
.
Benaderde resultaten zijn soms minder
compact en begrijpelijk dan exacte
resultaten. Bijvoorbeeld: het zou kunnen
dat u
1/7
verkiest boven 0
,142857
.
De instelling
APPROXIMATE