Operation Manual

66 Hoofdstuk 3. Werken met symbolen
03SYMBOL.NLD TI-89/TI-92 Plus: Symbolic Manipulation (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 9:25 AM Printed: 02/29/00 11:38 AM Page 66 of 24
Functies die gebruik maken van uitgestelde vereenvoudiging, bevatten
een verplicht argument var dat de functie uitvoert voor een variabele.
Een aantal functies kan naast het argument var ook facultatieve
argumenten bevatten. Deze functies hebben de standaardvorm:
function
(
uitdrukking, var [, .. ]
)
Bijvoorbeeld:
solve
(x^2
ì
x
ì
2=0,x)
d
(x^2
ì
x
ì
2,x)
(x^2
ì
x
ì
2,x)
limit
(x
ñ
ì
x
ì
2,x,5)
Een functie die gebruik maakt van uitgestelde vereenvoudiging
wordt als volgt uitgewerkt:
1. De variabele var wordt vereenvoudigd tot het hoogste niveau
waarop ze een variabele blijft (zelfs als deze verder
vereenvoudigd kan worden tot een getal).
2. De functie wordt uitgevoerd met die variabele.
3. Als var verder vereenvoudigd kan worden tot een getal, wordt dit
getal vervolgens in het resultaat gesubstitueerd.
Bijvoorbeeld:
Uitgestelde vereenvoudiging van ingebouwde functies
Variabelen worden gewoonlijk automatisch zo ver mogelijk
vereenvoudigd voordat ze worden overgedragen aan een functie.
Voor bepaalde functies wordt de volledige vereenvoudiging
uitgesteld en pas uitgevoerd nadat de functie is toegepast.
Functies die gebruik
maken van uitgestelde
vereenvoudiging
Opmerking: de functies die
een argument
var
gebruiken
maken niet noodzakelijk
gebruik van uitgestelde
vereenvoudiging.
Opmerking: afhankelijk van
de situatie kunt u aan
var
een numerieke waarde
toekennen.
Opmerking: het voorbeeld
rechts bepaalt de afgeleide
van x
ò
voor x=5. Als x
ò
in
eerste instantie
vereenvoudigd zou zijn tot
75, zou u de afgeleide vinden
van 75, en dat is niet waar u
naar zoekt.
x kan niet worden vereenvoudigd.
x wordt niet vereenvoudigd. De
functie gebruikt x
ò
, en
substitueert x vervolgens door 5.
x wordt vereenvoudigd tot t. De
functie gebruikt t
ò
.
x wordt vereenvoudigd tot t. De
functie gebruikt t
ò
en
substitueert t vervolgens door 5.