Operation Manual

Hoofdstuk 3. Werken met symbolen 73
03SYMBOL.NLD TI-89/TI-92 Plus: Symbolic Manipulation (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/28/00 9:25 AM Printed: 02/29/00 11:38 AM Page 73 of 24
Gebruik de functie
solve
(
1
) om een vergelijking op te lossen voor
een gespecificeerde variabele.
solve
(
vergelijking,
var
)
Los
x + y
ì
5 = 2x
ì
5y
op naar
x
.
U ziet dat
solve
alleen het
eindresultaat weergeeft.
Om tussenresultaten te zien, kunt u de vergelijking handmatig, stap
voor stap, oplossen.
Bekijk een stelsel van twee
v
ergelijkingen met twee onbekenden:
2x
ì
3y = 4
ë
x + 7y =
ë
12
Om dit stelsel op te lossen gebruikt u één van de onderstaande
methoden.
Methode Voorbeeld
Gebruik de functie
solve
voor een
oplossing in één stap.
solve
(
2x
ì
3y=4 and
ë
x+7y=
ë
12,{x,y}
)
Gebruik de functie
solve
met
substitutie (
|
) voor
een stapsgewijze
aanpak.
Zie de kennismaking aan het begin van de dit
hoofdstuk, waarin de vergelijkingen werden
opgelost met
x =
ë
8/11
en
y =
ë
20/11
.
Gebruik de functie
simult
met een
matrix.
Voer de coëfficiënten in als een matrix en de
resultaten als een constante kolom-matrix.
Gebruik de functie
rref
met een matrix.
Voer de coëfficiënten in als een uitgebreide
matrix.
Vergelijkingen oplossen
Opmerking: een bewerking
als
|
2
Ù
trekt 2x af van
beide zijden.
Een stelsel lineaire
vergelijkingen oplossen
Opmerking: de functies
simult
en
rref
zijn niet
beschikbaar in het menu
Algebra.
Gebruik
2I
4
of
Catalog.
|
2 x
|
y
p
·
1
«
5
x
«
y
|
5
Á
2x
|
5y