Aan de slag met de TI-Nspire™ / TI-Nspire™ CAS-rekenmachine Deze handleiding heeft betrekking op TI-Nspire™-software versie 3.6. Ga voor de nieuwste versie van de documentatie naar education.ti.com/guides.
Belangrijke informatie Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld in de bij een programma behorende Licentie, geeft Texas Instruments betreffende programma's of boekmateriaal geen uitdrukkelijke noch impliciete garantie, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties met betrekking tot verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel, en maakt zulk materiaal uitsluitend beschikbaar op een “as-is” basis.
Inhoudsopgave Belangrijke informatie Aan de slag met de TI-Nspire™ rekenmachine Over CAS Toetsen van de TI-Nspire™ rekenmachine De rekenmachine voorbereiden voor gebruik De TI-Nspire™ rekenmachine voor de eerste keer aanzetten Het TI-Nspire™ Touchpad gebruiken Het hoofdscherm gebruiken Het Rekenkladblok begrijpen Het scherm van de TI-Nspire™ rekenmachine Tips gebruiken 2 7 7 8 9 9 11 12 15 16 17 Sneltoetsen op het toetsenbord 19 Het rekenkladblok gebruiken 25 Rekenen met het rekenkladblok Items vanu
Een pagina toevoegen aan een opgave Door pagina's in een document lopen Documenten beheren Een document sluiten De TI-Nspire™ tools gebruiken Werken met afbeeldingen Werken met afbeeldingen op een rekenmachine Werken met de TI-Nspire™Navigator™ Teacher Software Aanmelden bij de klas Een klas-sessie pauzeren Het overzenden van bestanden begrijpen Configureren van de rekenmachine Installeren van de AAA-batterijen AAA-batterijen vervangen Plaatsen van de TI-Nspire™ oplaadbare batterij De batterijstatus cont
Voordat u begint Upgrades van het besturingssysteem opzoeken Het besturingssysteem upgraden Het OS op meerdere rekenmachines updaten Meldingen bij OS-upgrades Over de TI-84-modus Het toetsenbord veranderen Kabels voor de TI-84 Plus-mode Schermen vastleggen in TI-84 modus De TI-84 Plus OS upgraden Texas Instruments Ondersteuning en Service Service- en garantie-informatie Extra voorzorgsmaatregelen voor oplaadbare batterijen Index 117 118 120 124 124 129 129 131 132 133 134 134 134 135 5
Aan de slag met de TI-Nspire™ rekenmachine De TI-Nspire™ rekenmachine en de TI-Nspire™ CAS rekenmachine zijn de tweede generatie rekenmachines in de TI-Nspire™ productserie. Deze rekenmachines bieden touchpad navigatie, dynamisch grafieken tekenen en interactieve computerfuncties.
Toetsen van de TI-Nspire™ rekenmachine Gebruik het TI-Nspire™ Touchpad net zo als het touchpad van een laptop. Druk op de buitenste randen om naar rechts, links, boven en onder te gaan. d Verwijdert menu's of c Zet de dialoogvensters van het scherm. Stopt tevens een lopende berekening. rekenmachine aan. Als de rekenmachine aanstaat, geeft deze toets het hoofdscherm weer. » Opent het rekenkladblok voor het uitvoeren van snelle berekeningen en grafieken. ~ Opent het menu Document.
De rekenmachine voorbereiden voor gebruik De TI-Nspire™ rekenmachine wordt geleverd met vier alkaline AAA-batterijen en een standaard A naar kleine B USB-kabel. De rekenmachines kunnen ook gevoed worden met behulp van de TI-Nspire™ oplaadbare batterij of een goedgekeurde wandoplader, die apart gekocht moeten worden. Alvorens de rekenmachine te gebruiken, moet u de AAA-batterijen installeren of de TI-Nspire™ oplaadbare batterij installeren en opladen (als u deze gekocht heeft).
Een taal kiezen Nadat het OS is geladen selecteert u een voorkeurstaal. 1. Druk op ¢ om het vervolgmenu te openen. 2. Druk op ¤ om door de talen te scrollen en druk op x of · om een taal te selecteren. 3. Druk op e om de OK-toets te markeren en druk op x of ·om de taalselectie op te slaan. Een lettergrootte kiezen Kies vervolgens een lettergrootte voor het display. 1. Druk op ¢ om het vervolgmenu te openen. 2. Druk op ¤ om een lettergrootte te markeren en druk op x of · om deze te selecteren.
3. Druk op e om de OK-toets te markeren en druk op x of · om de selectie op te slaan en het scherm Welkom! te openen. 4. Klik op x om door te gaan of druk op · om OK te selecteren en het Hoofdscherm te openen. Het TI-Nspire™ Touchpad gebruiken Gebruik het Touchpad om te navigeren of voor het uitvoeren van taken die gedaan kunnen worden met de pijltjestoetsen en de Enter-toets.
midden van het Touchpad om een menuoptie te selecteren of een actie uit te voltooien. • Druk op de pijltjestoetsen op de buitenrand van het touchpad om de cursor naar boven, onder, links of rechts te verplaatsen en klik vervolgens op x of druk op ·om een actie te voltooien. Als u een pijltjestoets ingedrukt houdt, blijft de muisaanwijzer in die richting bewegen.
Opties in het hoofdscherm selecteren • De cursor is standaard niet actief. Om de cursor te activeren beweegt u met uw vinger over het touchpad. • Gebruik het touchpad om te klikken op een van de toepassingspictogrammen of op een van de menuopties van het Rekenkladblok of het menu Documenten. • Druk op de pijltjes op het touchpad (¡, ¢, £ of ¤ ) om door de opties in het hoofdscherm te lopen. • Beweeg de cursor over ieder toepassingspictogram om een korte beschrijving te zien.
Menuoptie Doel betreffende nummer of gebruikt u het touchpad om een pictogram te selecteren; druk vervolgens op x of ·. Nieuw document Opent een nieuw TI-Nspire™ document met een lijst van de beschikbare toepassingen. Mijn documenten Opent de bestandsbrowser waar u bestaande TI-Nspire™ documenten kunt openen of bestanden aan anderen kunt overzenden. Recent Geeft een lijst met de vijf meest recent opgeslagen documenten. Huidig Hiermee gaat u naar het momenteel geopende document.
Menuoptie Doel Lijsten & Spreadsheet Voegt een pagina toe voor het werken met gegevens in tabellen. Gegevensverwerking & Statistiek Voegt een pagina toe en biedt tools die gebruikt worden voor het weergeven van gegevens in verschillende plottypes en tools voor het manipuleren van gegevens om verbanden tussen de gegevens te onderzoeken. Notities Biedt tekstbewerkingsfuncties om tekst aan TI-Nspire™ documenten toe te voegen, om te gebruiken als notities, of om te delen met andere gebruikers.
Het scherm van de TI-Nspire™ rekenmachine De pictogrammen op het scherm van de rekenmachine geven informatie over de status van rekenmachinehandelingen en bieden een eenvoudige manier om toegang tot de instellingen te krijgen en deze te wijzigen. Op dit scherm zijn de pictogrammen te zien die hieronder worden beschreven. À Pictogram Functie ¡¢ Pijltjes om door pagina's te scrollen - Gebruik het touchpad en deze pijltjes om door de pagina's in een document te scrollen.
Pictogram Ä Functie Aanmeldstatus - Geeft aan of de rekenmachine een accesspoint zoekt (knipperend), een accesspoint heeft gevonden (onafgebroken brandend), niet communiceert, aangesloten en gereed voor aanmelding is (een knipperend pijltje) of aangemeld en opgeladen is (een onafgebroken brandend pijltje). Klik hier om Instellingen en status te bekijken.
- Druk op / 7 om terug naar het begin van het bestand te gaan.
Sneltoetsen op het toetsenbord Gebruik de volgende sneltoetsen om veelgebruikte functies uit te voeren.
Caps Lock /g Opslaan /h Vierkante haakjes /( Accolades /) Palet met goniometriesymbolen weergeven µ Is gelijk-teken = Palet met symbolen zoals pi weergeven (p, à, q enzovoort), ¹ Palet met symbolen voor gelijkheden/ongelijkheden weergeven (>, <, É,≠, ≤, ≥, and | ) / Palet met leestekens en lettersymbolen weergeven (? ! $ ° ' " : ; _ \) º Wortel /q log /s ln /u ans /v = Documenten beheren Document openen / O Document sluiten / W Nieuw document creëren / N Nieuwe pagina inv
Toepassing selecteren / K Huidige document opslaan / S Navigatie Bovenaan pagina / 7 Einde van pagina / 1 Pagina omhoog / 9 Pagina omlaag / 3 Eén niveau omhoog in de hiërarchie / £ Eén niveau omlaag in de hiërarchie / ¤ Contextmenu voor selectie b Breidt de selectie uit in de richting van de pijl g Elke pijl Navigeren in documenten Geeft de vorige pagina weer / ¡ Geeft de volgende pagina weer / ¢ Geeft de paginasorteerder weer / £ Verlaat de paginasorteerder / ¤ Schakelen tu
Een rij aan een matrix toevoegen onder de huidige rij @ Integratietemplate g + Afgeleide-template g - Palet met wiskundetemplates t or / ; Breukentemplate /p Scherm aanpassen Contrast verhogen / + Contrast verlagen / - Uitschakelen / c Toepassingsspecifieke sneltoetsen gebruiken Alles selecteren in Notities of de Programma-editor / A Syntax controleren en opslaan (in de programmaeditor) / B Gegevensverzamelingspaneel invoegen / D Zoeken (in de programma-editor) / F Invoerregel verbe
Opnieuw berekenen (in Lijsten & Spreadsheet) / R Functietabel toevoegen (in Lijsten & Spreadsheet en Grafieken & Meetkunde) / T Groeperen/degroeperen / 4 // 6 Sneltoetsen op het toetsenbord 23
Het rekenkladblok gebruiken Het rekenkladblok is een functie van de TI-Nspire™ rekenmachine waarmee u snel: • Wiskunde-uitdrukkingen kunt uitwerken. • Grafieken van functies kunt tekenen. Het rekenkladblok openen en sluiten ▶ Druk in het Hoofdscherm op » om het rekenkladblok te openen. De eerste keer dat u het rekenkladblok opent, wordt er een lege pagina geopend, waarop de rekenmachine actief is. ▶ Druk op » om heen en weer te gaan tussen de pagina's Rekenen en Grafieken.
▶ Druk op b om het menu Rekenen of het menu Grafieken van het rekenkladblok te zien. Deze menu's zijn onderdelen van de TI-Nspire™menu's voor de toepassingen Rekenmachine en Grafieken. Raadpleeg voor de volledige lijst van die menu's de documentatie bij de desbetreffende toepassingen. ▶ Druk op d om het rekenkladblok te sluiten.
Elke uitgewerkte uitdrukking en elk resultaat wordt opgenomen in de geschiedenis van het rekenkladblok, die wordt weergegeven boven de invoerregel. Eenvoudige wiskundige uitdrukkingen invoeren Opmerking: Om een negatief getal in te voeren drukt u op v en voert u daarna het getal in. Stel dat u het volgende wilt uitwerken 1. Selecteer de invoerregel in het werkgebied. 2. Typ 2 l 8 om de uitdrukking te beginnen. 3.
Items vanuit de catalogus invoegen U kunt de Catalogus gebruiken om functies en commando's, symbolen en uitdrukkingstemplates in te voegen op de invoerregel. 1. Druk op k om de Catalogus te openen. Standaard wordt het eerste tabblad weergegeven; hierop staan alle opdrachten en functies in alfabetische volgorde. Catalogus voor een niet-CAS rekenmachine Catalogus voor een CAS rekenmachine 2. Als de functie die u invoegt, zichtbaar is in de lijst, selecteer deze dan en druk op · om deze in te voegen. 3.
a) Druk op een lettertoets om naar de functies te springen die met die letter beginnen. b) Druk zo nodig op ¤ of £ om het item te markeren dat u wilt invoegen. c) Klik op een genummerd tabblad om functies per categorie weer te geven: wiskundige functies, symbolen, wiskundesjablonen, bibliotheekobjecten en waarden voor standaard-meeteenheden (CAS). d) Druk op · om het item in te voegen op de invoerregel.
Uitdrukkingen invoegen met behulp van een wizard U kunt een wizard gebruiken om het invoeren van bepaalde uitdrukkingen te vereenvoudigen. De wizard bevat gelabelde vakjes om u te helpen bij het invoeren van de argumenten in de uitdrukking. Stel dat u een lineair regressiemodel y=mx+b wilt toepassen op de volgende twee lijsten: {1,2,3,4,5} {5,8,11,14,17} 1. Druk op k 1 om de Catalogus te openen en de alfabetische lijst met functies weer te geven. 2.
LinRegMx-functie op een niet-CAS rekenmachine LinRegMx-functie op een CAS rekenmachine 7. Druk op ·. Er wordt een wizard geopend met gelabelde vakken om de argumenten in te typen.
8. Typ {1,2,3,4,5} als X-lijst. 9. Druk ope om naar het vak Y-lijst te gaan. 10. Typ {5,8,11,14,17} als Y-lijst. 11. Als u de regressievergelijking wilt opslaan in een specifieke variabele, druk dan op e en vervang RegVgl opslaan in door de naam van de functievariabele (f1 tot f99). 12. Klik op OK om de wizard te sluiten en de uitdrukking in te voegen op de invoerregel. De uitdrukking wordt ingevoegd samen met informatie om de regressievergelijking te kopiëren en de variabele stat.
Opmerking: U kunt waarden uit de stat.resultaten -variabelen kopiëren en ze in de invoerregel plakken. De geschiedenis bekijken Elke uitgewerkte uitdrukking en elk resultaat wordt opgenomen in de geschiedenis van het rekenkladblok, die wordt weergegeven boven de invoerregel. ▶ Druk op £ of ¤ om door de geschiedenis te bladeren.
Een item uit de geschiedenis naar de invoerregel kopiëren U kunt een uitdrukking, sub-uitdrukking of uitkomst uit de geschiedenis snel naar de invoerregel kopiëren. 1. Druk op £ of ¤ om door de geschiedenis te lopen en het item dat u wilt kopiëren te slecteren. 2. Selecteer desgewenst een onderdeel van de uitdrukking of de uitkomst met behulp van g in combinatie met de pijltjestoetsen. 3. Druk op · om de selectie te kopiëren en deze in te voegen in de invoerregel.
De cursor wordt verplaatst naar de dichtstbijzijnde geldige positie in de richting waarin u drukt. 2. Typ de elementen of voeg ze in vanuit de Catalogus. Een deel van een uitdrukking selecteren U kunt een geselecteerd deel van een uitdrukking wissen, knippen of kopiëren. 1. Druk op ¡, ¢, £ of ¤ om de cursor naar een beginpunt in de uitdrukking te verplaatsen. 2. Houd g ingedrukt en druk op ¡, ¢, £ of ¤ om een selectie te maken. - Druk op .om de selectie te verwijderen.
De invoerregel verandert om de uitdrukkingsopmaak voor het gespecificeerde grafiektype weer te geven. U kunt meerdere verbanden voor elk grafiektype specificeren. 3. Typ een uitdrukking en eventuele andere parameters die nodig zijn voor het grafiektype. 4. Druk op · om de grafiek van de relatie te tekenen, of druk op ¤ om een ander verband toe te voegen. Indien nodig kunt u op b 4 drukken om een tool uit het menu Venster/Zoom te kiezen en het weergavegebied aan te passen.
▶ Klik op de grafiekzijde van het gesplitste scherm en klik vervolgens op b > Tabel > Tabel verwijderen (b 7 2) om de tabel te verbergen. U kunt ook drukken op Ctrl + T. ▶ Klik op de tabel en druk op b > Acties > Afmetingen aanpassen (b 1 1) om de afmeting van de kolommen aan te passen. ▶ Klik op de tabel en druk op b > Tabel (b 2) om een kolom te verwijderen, een uitdrukking te bewerken of tabelinstellingen te bewerken.
a) Klik en houd een streepje ingedrukt en verplaats het langs de as. De afstand en het aantal streepjes wordt groter (of kleiner) op beide assen. b) Om de schaal en de afstand tussen de streepjes op één as te veranderen, houdt u g ingedrukt en pakt u een streepje op die as. 4. Verander eindwaarden van assen door erop te dubbelklikken en nieuwe waarden in te typen. 5. Pas de plaats van de assen aan.
2. (Optioneel) Druk op b 5 3 om de stapgrootte voor het volgen te veranderen. Als u een andere stapgrootte heeft ingetypt, beweegt de Grafiekvolg-tool over de grafiek met stappen van die grootte. Gebruik Grafiek volgen om een grafiek op de volgende manieren te onderzoeken: • Ga naar een punt en beweeg er met de cursor over om de volgcursor naar dat punt te verplaatsen. • Druk op ¡ of ¢ om punt voor punt over de functiegrafiek te lopen. De coördinaten van elk gevolgd punt worden weergegeven.
3. • De string undef wordt weergegeven in plaats van een waarde als u over een punt beweegt dat niet gedefinieerd is voor de functie (een discontinuïteit). • Wanneer u buiten de aanvankelijk zichtbare grafiek komt, verschuift het scherm om het gevolgde gebied weer te geven. Druk op d of kies een andere tool om de Grafiek volg-tool te verlaten.
De tweede klik markeert de ondergrens van het zoekgebied en er wordt een stippellijn weergegeven. Opmerking: Als u de afgeleide (dy/dx) zoekt, klik dan op de grafiek in het punt (numerieke waarde) dat u wilt gebruiken voor het bepalen van de afgeleide. 3. Druk op ¡ of ¢ om de stippellijn die het zoekgebied markeert te verplaatsen en klik vervolgens op het punt waarop u wilt stoppen met zoeken (bovengrens van het zoekgebied). 4. Druk op · in het punt om te beginnen met zoeken. De tool arceert het bereik.
variabele in een document, treedt er geen conflict op, tenzij u uitdrukkingen uit documenten naar het rekenkladblok probeert te kopiëren of vice versa. De inhoud van het rekenkladblok opslaan U kunt de rekenpagina van het rekenkladblok, de grafiekpagina van het rekenkladblok of beide opslaan als TI-Nspire™-document. 1. Druk op ~ en selecteer vervolgens Opslaan naar document (~ A). 2. Druk op ·. Het dialoogvenster Opslaan als document wordt geopend. 3. Selecteer de pagina('s) die u wilt opslaan. 4.
- Druk op ~ > Opslaan . Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend. - Typ een naam in voor het document. - Selecteer Opslaan om het nieuwe document op te slaan. De inhoud van het rekenkladblok wissen Voer de volgende stappen uit om de berekeningen en grafieken uit de toepassing Rekenkladblok te verwijderen: 1. Druk op ~ > Rekenkladblok wissen (~ B). 2. Druk op · om de inhoud van het rekenkladblok te verwijderen.
Werken met documenten op TI-Nspire™ rekenmachines Al het werk dat u verricht met een TI-Nspire™ rekenmachine bevindt zich in één of meer TI-Nspire™ documenten, die u kunt delen met andere gebruikers van rekenmachines en met mensen die gebruik maken van de computersoftware. • Elk document is verdeeld in minimaal één en maximaal 30 opgaven. • Elke opgave bevat minimaal één en maximaal 50 pagina's. • Elke pagina kan in maximaal vier werkgebieden worden onderverdeeld.
• 3. Druk als het bestand zich in een map bevindt op ¤ om de map te markeren en druk vervolgens op x of · om de map te openen. Druk op ~ om het documentenmenu te openen en toegang te krijgen tot opties voor het werken met het geopende document. Een nieuw document creëren 1. Kies Nieuw document vanuit het Hoofdscherm (Home). —of— Druk op 1. U kunt ook op / N drukken. Er wordt een nieuw document geopend met een lijst van toepassingen.
Opmerking: U kunt ook op ~ 1 4 of / S drukken om een document op te slaan. Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend. Als u het document voor het eerst opslaat, wordt u gevraagd in welke map u het wilt opslaan, en welke naam u het document wilt geven. De standaardmap is Mijn documenten. 2. Typ een naam in voor het document. 3. Klik op Opslaan om het document op te slaan in de map Mijn documenten. Het document opslaan in een andere map Om het document in een andere map op te slaan: 1.
1. Druk vanuit een geopend document op ~ 1 5. Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend. pictogram nieuwe map Nieuwe mapnaam intypen. 2. Druk op e tot het pictogram voor Nieuwe map gemarkeerd is en druk vervolgens op · om een nieuwe map te creëren. De nieuwe map wordt onder aan de lijst met bestaande mappen toegevoegd. De map krijgt standaard de naam “Map1.” 3. Typ een naam in voor de nieuwe map en druk vervolgens op · om deze op te slaan. 4. Druk nogmaals op · om de map te openen.
Een toepassing toevoegen Er zijn verschillende manieren om een toepassing aan een pagina toe te voegen: • Gebruik bij het creëren van een nieuw document het touchpad of het betreffende nummer om een toepassing te selecteren uit de lijst met toepassingen. • Om een nieuwe pagina en toepassing toe te voegen aan een geopend document drukt u op / ~ en selecteert u vervolgens een toepassing uit de lijst. Druk bijvoorbeeld op 2 om de toepassing Grafieken toe te voegen aan de pagina.
Gegevensverwerking & Statistiek Notities Vernier DataQuest™ Meerdere toepassingen op een pagina gebruiken U kunt maximaal vier toepassingen aan elke pagina toevoegen. Wanneer u een nieuw document creëert, bevat dit ruimte om één toepassing toe te voegen. Als u meer dan één toepassing wilt toevoegen aan een pagina, dan kunt u de indeling veranderen om plaats te maken voor maximaal vier toepassingen.
3. Druk op / e om tussen panelen heen en weer te gaan. Een dikgedrukt kader rond het paneel geeft aan dat het paneel actief is. 4. Druk op b en vervolgens op het nummer van de toepassing die u wilt toevoegen aan het nieuwe paneel. Druk bijvoorbeeld op 4 om de Lijsten & Spreadsheet-toepassing toe te voegen. Opmerking: Als u de indeling van de pagina wilt wijzigen om toepassingen toe te voegen of te verwijderen, dan kunt u dit op elk gewenst moment doen.
Een aangepaste pagina-indeling creëren Als de standaard indelingen niet voldoen aan uw eisen kunt u de ruimte, die toegewezen is aan toepassingen op een pagina, aanpassen aan uw eigen wensen. 1. Druk op ~ 5 om de indelingsopties weer te geven. 2. Druk op 1 om de aangepaste splitsoptie weer te geven. De standaardindeling wordt weergegeven, met een knipperende scheidslijn tussen de toepassingsvakken. Gebruik de pijlen ( ) in het midden van de scheidslijn om de afmeting van de vakken aan te passen. 3.
4. Druk op + of - om een gedefinieerde indeling te selecteren: • Door op - te drukken keert u terug naar de indeling met een volledige pagina. • Door eenmaal op + te drukken schakelt u over van een verticale indeling naar een horizontale indeling. Druk op - om terug te gaan naar een verticale indeling. • Door tweemaal op + te drukken voegt u een derde paneel aan de pagina toe. Door meerdere keren op + te drukken kunt u kiezen tussen een verticale en horizontale pagina-indeling met drie panelen.
2. Selecteer in het menu Document de optie Pagina-indeling > Groeperen . Druk op ~ 5 7. De volgende pagina wordt gegroepeerd met de eerste pagina. De paginaindeling wordt automatisch aangepast zodat alle pagina's in de groep worden weergegeven. Pagina's degroeperen De pagina's degroeperen: 1. Selecteer de gegroepeerde pagina. 2. Selecteer in het menu Document de optiePagina-indeling > Degroeperen . —of— Druk op ~ 5 8. Het materiaal wordt verdeeld over aparte pagina's voor elke toepassing.
2. Druk op het nummer van de toepassing die u wilt toevoegen aan de pagina. Druk bijvoorbeeld op 4 om de Lijsten & Spreadsheettoepassing toe te voegen. 3. Druk op b om het menu Toepassing weer te geven, waarin de opties voor het werken met de huidige toepassing worden weergegeven. In het voorbeeld hieronder ziet u het menu Toepassing voor de Lijsten & Spreadsheet-toepassing.
Contextmenu's Contextmenu's geven opties weer die specifiek bij het geselecteerde object of de huidige cursorlocatie horen. Het contextmenu gebruiken ▶ Druk op / b om een contextgevoelig menu te openen vanuit een toepassing. In het voorbeeld hieronder geeft het contextmenu de beschikbare opties weer voor de geselecteerde cel in Lijsten & Spreadsheet.
Werken met opgaven en pagina's Met de opties in het menu Documenten kunt u: • Een document opslaan • Toegang krijgen tot bewerkingsfuncties zoals ongedaan maken, opnieuw doen, knippen, kopiëren, plakken en verwijderen • Heen en weer gaan tussen pagina's en de paginasorteerder-weergave openen voor documenten met meerdere pagina's • De pagina-indeling wijzigen, pagina's of opgaven invoegen, pagina's verwijderen en instellingen veranderen • Opgaven, pagina's en toepassingen toevoegen aan geopende docu
2. Druk op b om het menu Toepassingen te openen en druk vervolgens op het nummer dat bij de toepassing hoort die u wilt toevoegen aan de nieuwe pagina. Pagina's in een document bekijken en opnieuw ordenen De paginasorteerder geeft alle opgaven in uw document en alle pagina's in elke opgave in miniatuurformaat weer.
Pagina's in een opgave opnieuw ordenen Gebruik de paginasorteerder (druk op / £) om een pagina te verplaatsen binnen een opgave met meerdere pagina's: 1. Druk op de toets ¡ of ¢ om de pagina te selecteren die u wilt verplaatsen. Een dikke rand om de pagina geeft aan dat deze geselecteerd is. 2. Houd x ingedrukt of druk op / x tot de pak-cursor ÷ 3. Druk op ¡ , ¢, verplaatsen. 4. Druk op x of · om het verplaatsen te voltooien. verschijnt.
De pagina wordt naar de nieuwe locatie binnen de opgave verplaatst, en de teller wordt overeenkomstig aangepast. Een pagina kopiëren naar een andere opgave Een pagina van de ene opgave naar een andere opgave kopiëren in hetzelfde document: 1. Druk op / £ om de paginasorteerder te openen. 2. Druk op ¡ , ¢, £ of ¤ om de pagina te selecteren die u wilt kopiëren. Een dikke rand om de pagina geeft aan dat deze geselecteerd is. 3. Druk op / C om de pagina te kopiëren. 4.
2. Druk op ¡ , ¢, £ of ¤ om de pagina te selecteren die u wilt kopiëren. Een dikke rand om de pagina geeft aan dat deze geselecteerd is. 3. Druk op / C om de pagina te kopiëren. 4. Druk op c 2 om Mijn documenten te openen. 5. Druk op £ en ¤ om de map te markeren waarin het document zit, waarnaar u de pagina wilt kopiëren. 6. Druk op ¢ om de map te openen. —of— Druk op b 3. 7. Druk op de toetsen £ en ¤ om het document te markeren. 8. Druk op x of · om het document te openen.o 9.
2. Selecteer de opgave. Als er meerdere opgaven zijn, kunt u op b 2 drukken om de paginasorteerder samen te vouwen, zodat de opgaven verschijnen in een lijst met alleen de nummers en titels. 3. Druk op / 4. Ga naar de locatie waar u de opgave wilt hebben. 5. Druk op / C. V. Er wordt een kopie van de opgave op de nieuwe locatie geplaatst. Een opgave verwijderen Een opgave verwijderen uit het document: 1. Selecteer de opgave vanuit de paginasorteerder. 2. Druk op / X.
5. Druk op / S om de verandering op te slaan. Een pagina toevoegen aan een opgave Elke opgave kan maximaal 50 pagina's bevatten. Een nieuwe pagina aan een opgave toevoegen: ▶ Druk op / ~ of / I om een lege pagina toe te voegen en een toepassing te selecteren —of— ▶ Druk op c om het hoofdscherm (Home) weer te geven en plaats vervolgens de cursor op de toepassing die u wilt toevoegen aan de nieuwe pagina en klik/druk hierop. Er wordt een nieuwe pagina toegevoegd aan de huidige opgave.
• / ¤ geeft de vorige weergave weer. • Gebruik het touchpad om op de pijltjes te klikken die aan beide zijden van de tabbladen verschijnen om de extra pagina's weer te geven in een document dat meer dan drie pagina's bevat. Documenten beheren Mijn documenten is bestandsbeheerder waarin u uw documenten opslaat en organiseert. Onderstaand voorbeeld illustreert het scherm Mijn documenten met de belangrijkste onderdelen ervan gelabeld.
• Klik op de betreffende kolomtitel om kolommen op naam of op grootte te sorteren. Klik nogmaals om de sortering te veranderen van oplopend naar aflopend. • Om door Mijn documenten te bladeren pakt u de schuifbalk of klikt u erop. • Om één map uit te vouwen wijst u de map aan en klikt u op het mappictogram of drukt u op / ¢. Om de map samen te vouwen klikt u nogmaals of drukt u op / ¡. • Druk op b 7 om alle mappen uit te vouwen. Druk op b 8 om ze samen te vouwen.
De naam van het document of de map wordt gemarkeerd. 3. Typ een nieuwe naam in en druk op · om de verandering te voltooien. Opmerking:druk op d om te annuleren. Mappen creëren U kunt op twee verschillende manieren mappen creëren: • U kunt een map creëren wanneer u een nieuw document opslaat: met de menucommando's Opslaan en Opslaan als kunt u een nieuwe mapnaam voor het document invoeren. • U kunt een map direct vanuit het scherm Mijn documenten creëren. Druk op b 1.
2. Druk op / b 6. –of– Druk op .. Er verschijnt een dialoogvenster, waarin u gevraagd wordt het verwijderen van het bestand of de map te bevestigen. 3. Druk op x of · om Ja te selecteren. Het document wordt verwijderd. Documenten en mappen dupliceren Gebruik Kopiëren / C en Plakken / V om documenten en mappen te dupliceren.
Om een document naar een andere map te kopiëren selecteert u de gewenste map en plakt u het document er vervolgens in. Verwijderde documenten terughalen De meeste bewerkingen die uitgevoerd worden in Mijn documenten kunnen ongedaan gemaakt worden. Druk op / Z (Ongedaan maken) om de laatste bewerking te annuleren tot het verwijderde document teruggehaald is. Een document sluiten 1. Druk op ~ 1 3 om een document te sluiten. —of— Druk op / W.
1. Druk vanuit een open document op k om de catalogus te openen. 2. Druk op de cijfertoets die overeenkomt met het betreffende tabblad. Druk bijvoorbeeld op 2 om een lijst met wiskundige functies weer te geven. 3. Druk op ¤ totdat het item dat u wilt invoegen gemarkeerd is. Een syntaxvoorbeeld voor het geselecteerde item wordt onderaan het scherm weergegeven.
Bevat wiskundige sjablonen voor het creëren van tweedimensionaleobjecten, waaronder product, som, wortel en integraal Geeft openbare bibliotheek (LibPub)-objecten weer CAS: Bevat alle commando's en functies, in alfabetische volgorde Bevat alle wiskundefuncties Levert de waarden voor standaard meeteenheden Biedt een symboolpalet voor het toevoegen van speciale tekens Bevat wiskundige sjablonen voor het creëren van tweedimensionaleobjecten, waaronder product, som, wortel en integraal Geeft openbare bibliothe
Speciale tekens invoeren Het symboolpalet bevat een subset van de objecten uit de catalogus. Het symboolpalet openen: 1. Druk op / k in een geopend document. 2. Druk op ¡, ¢, £ of ¤ om een symbool te selecteren. 3. Druk op · om het symbool in te voegen. Wiskundige uitdrukkingen invoeren Gebruik sjablonen voor wiskundige uitdrukkingen om tweedimensionale objecten zoals sommatie, integraal, afgeleide en wortel te creëren.
1. Druk op t in een geopend document. 2. Druk op ¡, ¢, £ of ¤ om een uitdrukking te selecteren. 3. Druk op x of · om de uitdrukking in te voegen. Internationale taaltekens invoeren Gebruik de toets ; om tekens met speciale accenten of punctuatie in te voeren bij toepassingen die tekstinvoer toestaan, zoals Notities. 1. Open een toepassing die tekstinvoer toestaat, zoals Notities. 2. Typ de gewenste tekst in. 3. Plaats de cursor achter de letter waar u een accent op wilt plaatsen.
Werken met afbeeldingen Afbeeldingen kunnen gebruikt worden in TI-Nspire™-toepassingen ter naslag, ter beoordeling of voor lesdoeleinden. U kunt afbeeldingen toevoegen aan de volgende TI-Nspire™-toepassingen: • Grafieken & Meetkunde • Gegevensverwerking & Statistiek • Opmerkingen • Vraag, inclusief Snelle peiling In de toepassingen Grafieken & Meetkunde en Gegevensverwerking & Statistiek worden afbeeldingen in de achtergrond geplaatst achter de as en achter andere objecten.
Een afbeelding kopiëren Voer de volgende stappen uit om een afbeelding te kopiëren van het ene naar het andere document of van de ene pagina naar de andere binnen hetzelfde document. 1. Open het document dat de afbeelding bevat die u wilt kopiëren. 2. Selecteer de afbeelding. • Beweeg in de toepassing Vraag of Notities de cursor over de afbeelding en druk op x. • Druk in de toepassing Grafieken & Meetkunde op b 1 2 2. • Druk in de toepassing Gegevensverwerking & Statistiek op b 3 6.
• In de toepassing Grafieken & Meetkunde drukt u op b 1 2 2. • In de toepassing Gegevensverwerking & Statistiek drukt u op b 3 6. Er verschijnt een rand rond de afbeelding. 3. Verplaats de afbeelding. • Beweeg in de toepassing Vraag of Notities de cursor naar de nieuwe locatie druk op x. • In de toepassing Grafieken & Meetkunde of Gegevensverwerking & Statistiek: - Druk op x en houd vast totdat de cursor in een pijltje met vier punten verandert ( ).
Opmerking: Als u de cursor naar de rand van een afbeelding beweegt, verandert de cursor in een pijltje met twee richtingen. U kunt de afbeelding naar links of rechts slepen om de grootte te veranderen, maar de afbeelding zal worden vervormd. 4. Druk op x. De 5. tool is ingeschakeld. Beweeg uw vinger over het touchpad in een willekeurige richting om de grootte van de afbeelding te veranderen. Een onderbroken lijn verschijnt om de nieuwe afmeting aan te geven. 6.
Werken met de TI-Nspire™ Navigator™ Teacher Software Als je in een klaslokaal bent waar TI-Nspire™ Navigator™ Teacher Software wordt gebruikt, dien je je aan te melden bij de klas om te kunnen communiceren met de computer van de docent.
Pictogrammen van de aanmeldstatus op de TI-Nspire™rekenmachine De pictogrammen op de schermen van de TI-Nspire™ CX, TI-Nspire™ CX CAS, TI-Nspire™ en TI-Nspire™ CAS-rekenmachines geven de communicatiestatus tussen de rekenmachine en het accesspoint, draadloze adapter, draadloze slede of het TI-Navigator™-netwerk aan. De pictogrammen geven de status als volgt aan. Pictogram Status Betekenis Knippert De rekenmachine zoekt naar een accesspoint.
Opmerking: Voordat een les begint, kunnen docenten acties instellen om bestanden te verzenden of in te zamelen. Wanneer uw zich aanmeldt, worden de bestanden verzonden of ingezameld. Als de docent acties instelt om bestanden zowel te verzenden als in te zamelen, ziet u alleen het dialoogvenster voor de laatst voltooide actie. Verzonden bestanden openen Wanneer de docent een bestand naar je rekenmachine stuurt, wordt het dialoogvenster Overzendingen voltooid geopend.
▶ Klik op Annuleren om het bericht te sluiten.
Configureren van de rekenmachine Dit hoofdstuk geeft informatie die u nodig hebt om: • De batterijen in de rekenmachine te onderhouden. • De standaardinstellingen te veranderen. Installeren van de AAA-batterijen Om de bij uw rekenmachine geleverde batterijen te installeren, voert u de volgende stappen uit. 1. Verwijder het toetsenbord van de voorkant van de rekenmachine.
2. Plaats de vier alkaline AAA-batterijen die meegeleverd zijn bij de rekenmachine in het batterijvak. Installeer de batterijen volgens het polariteitsdiagram (+ en -). 3. Plaats het toetsenbord weer terug. • Lijn het toetsenbord uit met de groeven zoals getoond. Probeer het toetsenbord niet vanaf de onderkant van de rekenmachine naar boven te schuiven. Plaats het toetsenbord ongeveer 2,5 cm onder het scherm, zodat het in de groeven past en plat ligt. • Druk het toetsenbord stevig op zijn plaats.
AAA-batterijen vervangen Let op: Wanneer u het toetsenbord verwijdert om de AAA-batterijen te vervangen, zorg er dan voor dat de rekenmachine volledig is uitgeschakeld. Het verwijderen van het toetsenbord voordat het scherm gewist is, kan leiden tot verlies van gegevens. 1. Sla alle open documenten op en schakel de rekenmachine uit. 2. Verwijder het toetsenbord uit de rekenmachine. 3. Verwijder de batterijen voorzichtig.
4. Plaats nieuwe batterijen. Zorg ervoor dat de + kant van elke batterij van het scherm vandaan gericht is. 5. Plaats het toetsenbord weer terug. Plaatsen van de TI-Nspire™ oplaadbare batterij Als u de oplaadbare batterij heeft gekocht, volg dan deze stappen om de TINspire™ oplaadbare batterij in een rekenmachine te plaatsen. 1. Maak het paneel met een kleine schroevendraaier los van de achterkant van de rekenmachine. 2. Verwijder het paneel.
3. Steek de witte connector in het contact, zoals weergegeven. Opmerking: De rode draad in de aansluiting moet omlaag gericht zijn. 4. Schroef de draad in de behuizing om te zorgen dat deze vast zit. Plaats de oplaadbare batterij in het vak.
5. Plaats het paneel aan de achterkant terug en draai de schroeven vast met een schroevendraaier. De batterijstatus controleren Om de status van zowel de TI-Nspire™ oplaadbare batterij als de AAAbatterijen in een rekenmachine te controleren: 1. Druk op c om het hoofdmenu te openen. 2. Druk op 5 4 om het venster Rekenmachinestatus te openen. Opmerking: Druk vanuit een open document op ~ 7 4.
De rekenmachine opladen Om de TI-Nspire™ oplaadbare batterij in uw rekenmachine op te laden, sluit u deze aan op één van de volgende stroombronnen: • Een standaard USB-kabel die aangesloten is op een computer • Een standaard, TI USB wandoplader (in Europa en Azië apart verkocht) De tijd die het duurt om een batterij volledig op te laden kan variëren, maar normaal gesproken duurt het opladen ongeveer zes uur. U hoeft de TI-Nspire™ oplaadbare batterij niet uit de rekenmachine te halen om deze op te laden.
Gebruikte batterijen veilig en op de juiste manier weggooien Beschadig batterijen niet en doorboor of verbrand ze niet. De batterijen kunnen openbarsten of exploderen, waardoor gevaarlijke chemicaliën vrijkomen. Lever gebruikte batterijen in op een daarvoor aangewezen punt.
De voorkeurstaal wijzigen Voer de volgende stappen uit om de voorkeurstaal te wijzigen: 1. Druk vanaf het hoofdscherm op 5 of selecteer Instellingen om het menu te openen. 2. Selecteer Taal wijzigen uit het menu of druk op 1 om het dialoogvenster Taal wijzigen te openen. 3. Druk op ¢ om het vervolgmenu te openen. 4. Druk op ¤ om een taal te markeren en druk vervolgens op x of · om deze te selecteren. 5. Druk op e om de OK -toets te markeren en druk op x of · om de taalselectie op te slaan.
- Gebruik deze optie om de levensduur van de batterij(en) te verlengen. - Wanneer de rekenmachine in de winterslaapstand raakt, slaat het systeem uw huidige werk op in het geheugen. - Als u de rekenmachine weer aanzet, start het systeem opnieuw op en wordt uw opgeslagen werk geopend. • Snelheid van de cursor (langzaam, normaal of snel) • Tikken om te klikken inschakelen De opties voor Rekenmachine instellen veranderen 1. Druk vanaf het hoofdscherm op 5 3.
stroominstellingen toe die zijn ingesteld in de oorspronkelijke TI-Nspire™ modus. Documentinstellingen aanpassen Documentinstellingen regelen hoe de rekenmachine informatie in TI-Nspire™documenten en in het Rekenkladblok weergeeft en interpreteert. Alle getallen, inclusief elementen van matrices en lijsten, worden weergegeven volgens de documentinstellingen. U kunt de standaardinstellingen op elk gewenst moment veranderen en u kunt ook instellingen voor een bepaald document specificeren.
Veld Waarden gebruikt in de opgave. De exacte modus (CAS) geeft een antwoord dat geen geheel getal is weer als een breuk of in symbolische vorm, behalve wanneer er een decimaal wordt gebruikt in de opgave. Vectoropmaak Rechthoekig Cilindrisch Bolvormig Grondtal Decimaal Hexadecimaal Binair Eenhedenstelsel (CAS) SI Eng/US Standaard documentinstellingen veranderen Voer de volgende stappen uit om algemene documentinstellingen voor TI-Nspire™-documenten en het Rekenkladblok te definiëren. 1.
3. Druk op e om door de lijst met instellingen te lopen. Druk op £ om achteruit door de lijst te lopen. Een dikke rand om een vak geeft aan dat het actief is. 4. Druk op ¢ om de uitrollijst te openen om de waarden voor elke instelling te bekijken. 5. Druk op de toetsen £ en ¤ om de gewenste optie te markeren en druk dan op x of · om de waarde te selecteren. 6. Selecteer Standaard maken . Het dialoogvenster Toepassen en opslaan als standaard wordt geopend.
7. Klik op OK om alle instellingen als standaardinstellingen op te slaan; deze zullen toegepast worden op alle TI-Nspire™-documenten en op het Rekenkladblok. Documentinstellingen in een TI-Nspire™-document veranderen Voer de volgende stappen uit om documentinstellingen voor een geopend TI-Nspire™-document te veranderen. U kunt de instellingen uitsluitend toepassen op het huidige document of ervoor kiezen deze instellingen standaard te maken voor het geopende document en alle toekomstige documenten. 1.
Het hoofdscherm wordt geopend en de nieuwe instellingen worden alleen toegepast op het geopende document. Om de nieuwe instellingen zowel toe te passen op het geopende document als op toekomstige documenten: • Selecteer Standaard maken en druk op x of ·. • Klik op OK om de instellingen op alle geopende documenten toe te passen en de instellingen als standaard op te slaan voor nieuwe documenten en voor het Rekenkladblok.
Grafieken & Meetkunde-instellingen aanpassen. Grafieken & Meetkunde-instellingen regelen hoe informatie wordt weergegeven in geopende opgaven en in daaropvolgende nieuwe opgaven. Wanneer u toepassingsinstellingen aanpast, worden uw selecties de standaardinstellingen voor uw werk in de Grafieken & Meetkunde-toepassing.
Veld Waarden Radialen Graden Decimale graden Meetkundehoek Automatisch Radialen Graden Decimale graden 4. Druk op de toetsen ¤ om de waarden weer te bekijken en druk dan op x of . om een waarde te selecteren. 5. Selecteer of deselecteer in de onderste helft van het dialoogvenster een keuzevakje om een optie in of uit te schakelen.
• Om de instellingen alleen op het geopende document toe te passen klikt u op OK . • Om de standaardinstellingen te herstellen, klikt u op Herstellen . Wanneer het dialoogvenster Standaardinstellingen herstellen wordt geopend, klikt u op OK . • Klik op Annuleren om het dialoogvenster te sluiten zonder veranderingen aan te brengen.
Informatie over de rekenmachine bekijken in het scherm Info Het scherm Info geeft aanvullende informatie weer over het type rekenmachine, de versie van het besturingssysteem (OS) en het productnummer (ID). 1. Druk vanuit het hoofdscherm op 5 Rekenmachinestatus wordt geopend. 4. Het scherm 2. Klik op Info om informatie over de rekenmachine te bekijken. 3. Klik op OK om het dialoogvenster Info te sluiten. 4. Selecteer OK om terug te keren naar het hoofdscherm.
Vergrendeling in de OFF-stand. 2. Om de rekenmachine aan te sluiten houdt u deze met het scherm omhoog en schuift u hem bovenop de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze slede. Zorg ervoor dat beide kanten van de rekenmachine in beide zij-sleuven zijn geplaatst. 3. Druk stevig voor een goede verbinding. Wanneer hij goed is aangesloten, dan lijkt de TI-Nspire™ rekenmachine bovenop de slede te zitten. 4.
Rekenmachines verbinden en bestanden overzenden In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u een TI-Nspire™ rekenmachine met een andere TI-Nspire™ rekenmachine kunt verbinden, hoe u rekenmachines op een computer aansluit en hoe u bestanden overzendt. De TI-Nspire™ rekenmachines hebben een USB-poort die verbinding met een andere TI-Nspire™ rekenmachine of een computer mogelijk maakt.
Twee TI-Nspire™ rekenmachines op elkaar aansluiten met de miniUSB-kabel U kunt twee rekenmachines op elkaar aansluiten als beide rekenmachines hetzelfde toetsenbord gebruiken. U kunt een rekenmachine met het TI-Nspire™ TI-84 Plus toetsenbord niet aansluiten op een rekenmachine met het oorspronkelijke TI-Nspire™ toetsenbord. De USB-poort van de TI-Nspire™ rekenmachine zit in het midden op de bovenkant van de TI-Nspire™ rekenmachine.
1. Steek één van de uiteinden van de mini-USB kabel stevig in de USBpoort. 2. Steek het andere einde van de kabel in de USB-poort van de ontvangende rekenmachine. De TI-Nspire™ rekenmachine aansluiten op een computer 1. Steek het mini-USB-uiteinde van de kabel in de poort op de bovenkant van uw rekenmachine. 2. Steek het USB-uiteinde van de kabel in de USB-poort van de computer.
Het systeem voegt een nummer toe aan de naam om deze uniek te maken. Als er bijvoorbeeld een document Mydata bestaat op de ontvangende TI-Nspire™ rekenmachine, zou dit de naam Mydata(2) krijgen. Zowel op de verzendende als de ontvangende rekenmachine wordt een melding weergegeven met daarin de nieuwe naam. • Er is een maximumlengte van 255 tekens voor een bestandsnaam, inclusief het hele pad.
bestand een nieuwe naam heeft gekregen op de ontvangende rekenmachine, dan wordt de nieuwe bestandsnaam weergegeven. Een document of map ontvangen Er is geen actie nodig van de gebruiker van de ontvangende TI-Nspire™rekenmachine. De rekenmachines worden automatisch ingeschakeld wanneer de kabel wordt bevestigd. Na afloop van het succesvol overzenden verschijnt het bericht “
Computerpanee l Aangesloten rekenmachines 4. Navigeer naar de map die het bestand bevat dat u wilt overzenden. • Om een bestand van een rekenmachine naar de computer over te zenden, selecteert u het bestand en gebruikt u de “verslepen en neerzetten” methode om het bestand naar een map in het Computerpaneel te verplaatsen.
Opmerking: wie de TI-Nspire™ docentensoftware of de TI-Nspire™ Navigator™ docentensoftware gebruikt kan ook opties in de Inhoud-werkruimte gebruiken om bestanden van een rekenmachine naar een computer over te zenden. De optie Opslaan op rekenmachine gebruiken In de Documenten-werkruimte kunt u ook de optie Opslaan op rekenmachine in het menu Bestand gebruiken om een bestand over te zenden naar een aangesloten rekenmachine wanneer u een bestand wilt opslaan in een specifieke map op de rekenmachine. 1.
Omgaan met fouten bij het verzenden van mappen Als u een foutmelding ontvangt na een poging tot verzenden, dan kan dit betekenen dat de ontvangende rekenmachine een besturingssysteem heeft dat de overzending niet ondersteunt. Om dit op te lossen dient u het OS van de ontvangende rekenmachine te updaten en de verzending opnieuw uit te voeren.
Weergegeven op Melding en beschrijving annuleert. Ontvangende apparaat heeft niet genoeg opslagruimte om het bestand over te zenden.“ Verzendende rekenmachine OK Dit bericht verschijnt als de ontvangende rekenmachine niet genoeg geheugen heeft om het bestand dat wordt overgezonden te accepteren. De gebruiker van de ontvangende rekenmachine moet ruimte vrij maken om het nieuwe bestand te kunnen ontvangen. Om dit te doen: Verzendende rekenmachine • Verwijder onnodige bestanden.
Weergegeven op Melding en beschrijving overgezonden document. Ontvangende rekenmachine “
Geheugen- en bestandsbeheer De TI-Nspire™ rekenmachine wordt geleverd met een geheugen van 64 MB. Van het totale geheugen is 32 MB gewijd aan Flash opslag en 32 MB is RAM. Wanneer het besturingssysteem wordt geladen, en wanneer er documenten op de rekenmachine worden gecreëerd en opgeslagen, wordt er geheugen gebruikt en na een aantal maanden gebruik kan het nodig zijn om ruimte vrij te maken of het geheugen te resetten.
2. Bekijk het veld Beschikbare ruimte om vast te stellen hoeveel geheugen er op de rekenmachine beschikbaar is. 3. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdscherm. Geheugen vrijmaken Om geheugen vrij te maken of terug te halen moet u documenten en/of mappen van de rekenmachine verwijderen. Als u de documenten en mappen voor later gebruik wilt bewaren, dan kunt u ze met behulp van de TI-Nspire™ software overzenden naar een andere rekenmachine of een computer.
Een back-up van bestanden maken op een andere rekenmachine 1. Sluit de twee rekenmachines op elkaar aan met behulp van de USB-naarUSB verbindingskabel. 2. Druk op c 2 om Mijn documenten te openen op de verzendende rekenmachine. 3. Druk op de toetsen £ en ¤ om het document te markeren dat u wilt verzenden. 4. Druk op b, selecteer vervolgens Verzenden of druk op / b 2. 5. Wanneer het overzenden van het bestand voltooid is, verschijnt er een bericht op de ontvangende rekenmachine.
Computerpaneel Paneel Aangesloten rekenmachines 4. Navigeer in het Computerpaneel naar de map waarin u de bestanden wilt opslaan. 5. Dubbelklik in het paneel Aangesloten rekenmachines op de naam van de rekenmachine om de mappen en bestanden op de rekenmachine te bekijken.
6. Selecteer het bestand of de map die u op de computer wilt opslaan. • Klik op het bestand om één bestand of map tegelijk te selecteren. • Om alle bestanden op de rekenmachine te selecteren: selecteer het eerste bestand in de lijst, houd vervolgens de Shift-toets ingedrukt, selecteer vervolgens het laatste bestand of de laatste map in de lijst. • Om willekeurige bestanden te selecteren: klik op het eerste bestand, houd vervolgens de Ctrl -toets ingedrukt terwijl u meer bestanden selecteert.
Het geheugen resetten Voer deze stappen alleen uit als u ALLE bestanden en mappen van uw rekenmachine wilt verwijderen. Let op: Overweeg voordat u het gehele geheugen reset om voldoende geheugen vrij te maken door alleen geselecteerde gegevens te verwijderen. Als u het hele geheugen reset, blijven de voorgeïnstalleerde toepassingen op uw rekenmachine bewaard, alle toepassingen die gedownload zijn in de TI-84 modus worden echter verwijderd. 1.
Het besturingssysteem van uw rekenmachine updaten Om de nieuwste functies en updates van de machine te benutten, kunt u de nieuwste besturingssysteembestanden downloaden van de Education Technology-website (education.ti.com).
In de OS download-modus werkt de Automatic Power Down™ (APD™)-functie niet. Als u uw rekenmachine lange tijd in de download-modus laat staan voordat u met het download-proces begint, dan kunnen uw batterijen leegraken. In dat geval moet u de batterijen vervangen of opladen voordat u het OS gaat downloaden. Upgrades van het besturingssysteem opzoeken Voor up-to-date informatie over beschikbare updates van het besturingssysteem gaat u naar de website van Texas Instruments op http://education.ti.com.
4. 5. Selecteer Help > Controleren op OS-update voor rekenmachine . • Als het besturingssysteem actueel is, dan wordt het dialoogvenster Controleren op OS-update voor rekenmachine weergegeven, met de mededeling dat het besturingssysteem op de rekenmachine up-todate is. • Als het besturingssysteem niet actueel is, bevat het dialoogvenster een melding die aangeeft dat er een nieuwe versie van het besturingssysteem beschikbaar is. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
Het besturingssysteem upgraden In de TI-Nspire™ software kunt u het upgraden van het besturingssysteem op een aangesloten rekenmachine selecteren vanuit de volgende werkruimtes en menu's: • In alle versies van de software kunt u het volgende selecteren: Help > Controleren op OS-update voor rekenmachine. Selecteer een aangesloten rekenmachine in de Inhoudverkenner om deze optie te activeren.
Het voor de selectie weergegeven bestand wordt standaard ingesteld op het bestandstype dat voor de geselecteerde rekenmachine vereist is. 1. Het OS-bestand selecteren: • Als u een TI-Nspire™ CX rekenmachine wilt upgraden, selecteer dan TI-Nspire.tco • Als u een TI-Nspire™ CX CAS rekenmachine wilt upgraden, selecteer dan TI-Nspire.tcc • Als u een TI-Nspire™ rekenmachine wilt upgraden, selecteer dan TI-Nspire.tno • Als u een TI-Nspire™ CAS rekenmachine wilt upgraden, selecteer dan TI-Nspire.tnc 2.
4. Wanneer het downloaden voltooid is, wordt een Informatiedialoogvenster geopend waarin wordt aangegeven dat het OS-bestand met succes naar de rekenmachine werd overgezonden. U kunt de rekenmachine nu loskoppelen. 5. Klik op OK. Het nieuwe besturingssysteem wordt geïnstalleerd op de rekenmachine. Wanneer de update voltooid is, wordt de rekenmachine opnieuw opgestart. 6. Volg de prompts op de rekenmachine om het volgende te doen: 7.
Om het OS van de ene rekenmachine naar de andere over te zenden: 1. Verzeker u ervan dat alle open documenten op de ontvangende rekenmachine gesloten zijn. 2. Sluit de twee rekenmachines op elkaar aan met behulp van een USB miniB naar USB mini-B-kabel. 3. Selecteer op de verzendende rekenmachine Mijn documenten vanaf het hoofdscherm. 4. Druk op b en selecteer vervolgens OS verzenden . Druk op een TI-Nspire™ rekenmachine op b. 5.
6. Terwijl de upgrade aan de gang is, worden op de ontvangende en verzendende rekenmachine de volgende meldingen weergegeven: • "Bezig met ontvangen van OS. Maak de kabel niet los." • “Bezig met verzenden OS. Maak de kabel niet los." 7. Nadat het overzenden voltooid is, ontvangt de verzendende rekenmachine het bericht "Voltooid" en kan de kabel losgemaakt worden. Het OS wordt automatische op de ontvangende rekenmachine geïnstalleerd.
Weergegeven op: Verzendende rekenmachine Melding en beschrijving "Ontvangende apparaat heeft niet genoeg opslagruimte. Maak beschikbaar.“ Deze melding geeft aan dat de ontvangende rekenmachine niet genoeg geheugen beschikbaar heeft voor het nieuwe OS. De benodigde ruimte wordt weergegeven, zodat u weet hoeveel geheugen u moet vrijmaken voor het nieuwe besturingssysteem. Bestanden kunnen naar een computer verplaatst worden om de benodigde ruimte vrij te maken.
Weergegeven op: rekenmachine Melding en beschrijving OK Deze melding geeft aan dat het overzenden voltooid is en dat de kabel uit de verzendende rekenmachine kan worden gehaald. Verzendende rekenmachine “Bezig met verzenden OS. Maak de kabel niet los.“ Deze melding wordt, samen met een voortgangsbalk, weergegeven terwijl de OS-upgrade overgezonden wordt. Beide rekenmachines "Overzenden mislukt. Controleer de kabel en probeer het opnieuw.
Weergegeven op: Ontvangende rekenmachine Melding en beschrijving “Bezig met ontvangen OS. Maak de kabel niet los.“ Deze melding wordt, samen met een voortgangsbalk, weergegeven terwijl de OS-upgrade overgezonden wordt. Ontvangende rekenmachine "Bezig met installeren van OS." Deze melding wordt weergegeven als het overzenden voltooid is. De melding wordt weergegeven om u op de hoogte te houden van de status van de rekenmachine. Ontvangende rekenmachine "OS is geïnstalleerd.
Over de TI-84-modus De TI-Nspire™ CAS-rekenmachine werkt niet in de TI-84-modus. Als u een CAS-rekenmachine heeft, gelden de verwijzingen naar de bediening in de TI84-modus dus niet.
1. Verwijder het deksel en draai de rekenmachine ondersteboven. Schuif de vergrendeling naar rechts. Het toetsenbord wordt ontgrendeld. 2. Draai de rekenmachine zo dat de voorkant boven ligt, en schuif het toetsenbord van het scherm vandaan. 3. Til het toetsenbord uit de rekenmachine.
4. Plaats het andere toetsenbord erin. Zorg ervoor dat dit goed in de gleuven aan de onderkant en de zijkanten van de rekenmachine past. Opmerking: het toetsenbord kan niet vanaf de onderrand in de machine worden geschoven. Plaats het in de gleuven net boven de batterijen. 5. Wanneer het toetsenbord goed op de rekenmachine is geplaatst, duw het dan naar het scherm toe. Het toetsenbord klikt op zijn plaats wanneer het goed geplaatst en volledig in de rekenmachine geschoven is.
USB-verbindingskabel om de rekenmachine in de TI-84 mode aan te sluiten op een computer met de TI-Connect-software. TI-84 Plus I/O rekenmachine-naarrekenmachinekabel Een TI-Nspire™ met TI-84 Plus-toetsenbord aansluiten op een TI-84 Plus-rekenmachine De I/O-koppelingspoort van de TI-Nspire™ met TI84 Plus-toetsenbord bevindt zich aan de onderrand van het toetsenbord. De TI-84 Plus I/Okoppelingspoort bevindt zich aan de linkerbovenrand van de grafische rekenmachine. 1.
De TI-84 Plus OS upgraden Om het besturingssysteem op een TI-84 plus rekenmachine te updaten met behulp van TI-Nspire™ software, schakelt u naar het frontje van de TI-Nspire™ en installeert u het laatste OS dat bij TI beschikbaar is.
Texas Instruments Ondersteuning en Service Startpagina: education.ti.com Vragen per e-mail: ti-cares@ti.com Kennisbank en vragen per e-mail: education.ti.com/ondersteuning Internationale informatie education.ti.
Index A AAA-batterijen 9 installeren 81 vervangen 83 aanmelden bij de klas 77 aanpassen Algemene instellingen 91 Grafieken & Meetkunde-instellingen 96 aansluiten twee rekenmachines 102 afbeeldingen afmetingen veranderen 75 Gegevensverwerking & Statistiek 73 Grafieken & Meetkunde 73 herpositioneren 74 kopiëren 74 Notities 73 op een rekenmachine 73 selecteren 74 Snelle peiling 73 TI-Nspire™ toepassingen 73 verwijderen 76 Vraag 73 afbeeldingen herpositioneren, afbeeldingen
APD™ 9 Automatic Power Down™ 9 B batterijen AAA installeren oplaadbaar 9 81 9, 84 TI-Nspire/TM oplaadbare batterij 84 vervangen 83 weggooien 88 batterijstatus 86 bekijken de Rekenmachine-geschiedenis 33 Grafieken & Meetkunde-instellingen 96 Berekenen beschikbaar geheugen 13 111 bestanden naamgevingsafspraken 66 naar een andere rekenmachine overzenden 103 naar een computer overzenden 113 overzenden 103 verwijderen 112 bestanden en mappen namen geven 66 Bestanden naar een compu
bewerken wiskundige uitdrukkingen 34 C CAS 7 CAS rekenmachines 7 Catalogus commandos invoegen 69 items invoegen uit 30 openen 68 wizards 70 communicatiehardware 99 Computer Algebra Systeem (CAS) 7 computer touchpad 11 contrast aanpassen 13 contrast aanpassen 13 creëren documenten 46 mappen 66 cursor 12 D De batterijstatus controleren 86 de Rekenmachine-geschiedenis bekijken 33 items kopiëren uit 33 uitkomsten 34 wissen 33 De rekenmachine voorbereiden voor gebruik 9
kopiëren 67 navigeren 63 ontvangen van een andere gebruiker 105 opslaan 46 overzenden 103 paginas kopiëren naar 60 selecteren voor verzending 104 sluiten 68 structuur 45 verwijderen 66, 112 door bestanden bladeren 64 draadloze communicatiehardware 99 draadloze slede aansluiten op rekenmachine 99 E een andere naam geven documenten 65 mappen 65 opgaven 62 een back-up van bestanden maken 113 van rekenmachinebestanden maken op een andere rekenmachine 113 Een lettergrootte kie
G Gegevensverwerking & Statistiek 15 afbeeldingen 73 geheugen controleren 111 herstellen 112 resetten 116 geheugen resetten 116 geheugen terughalen 112 Geheugen vrijmaken 112 geschiedenis, Rekenmachine 34 Grafieken 13-14 Grafieken & Meetkunde afbeeldingen 73 Grafieken & Meetkunde-instellingen aanpassen 96 bekijken 96 wijzigen 96 H hardware communicatie 99 herstellen Algemene instellingen het menu Instellingen openen Het OS upgraden 95 88 120 Het Rekenkladblok begrijpen 15 h
I instellingen Algemeen 91 Instellingen 14 Instellingen & status Algemene instellingen 91 Grafieken & Meetkunde 96 internationale taaltekens invoeren 72 invoegen eenheden 28 functies en opdrachten 28 invoegen vanuit Catalogus 28 symbolen 28 uitdrukkingstemplates 28 K kabels 101 klas aanmelden 77 kopiëren documenten 67 mappen 67 L letter grootte 10 lettertype kiezen Lijsten & Spreadsheet 140 Index 10 15
M mappen creëren 66 een andere naam geven 65 kopiëren 67 naamgevingsafspraken 66 verwijderen 66 Meetkunde 14 Menu Instellingen 88 Menus context 56 toepassing 54 Mijn documenten 14, 64 modificatietoetsen 19 N Nieuw document 14 Notities 15 afbeeldingen 73 O ontvangen documenten van een andere gebruiker 105 openen Catalogus 28, 68 contextmenus 56 Mijn documenten 64 Rekenkladblok 25 opgaven 45 een andere naam geven 62 herordenen 59 kopiëren 61 paginas kopiëren naar
paginas toevoegen 63 plakken 61 toevoegen aan een pagina 57 verwijderen 62 oplaadbare batterij 9 opladen rekenmachines 87 TI-Nspire/TM oplaadbare batterij 87 opnieuw gebruiken items uit de Rekenmachine-geschiedenis 34 opslaan documenten 46 Inhoud rekenkladblok 42 opties hoofdscherm 13 Opties selecteren 13 OS overzenden 122 upgraden 120 OS upgrades foutmeldingen 124 Over CAS 7 overzenden annuleren 105 bestanden naar een andere rekenmachine 103 documenten naar een andere re
naar een ander document kopiëren 60 opnieuw ordenen in opgaven 59-60 toevoegen aan opgaven 63 Paginasorteerder 58, 64 pictogrammen toepassing 14 pijltjestoetsen 12 prioriteit van stroombronnen 87 R Rekenkladblok 13, 15 Berekenen 13 Grafieken 13 rekenmachine contrast aanpassen 13 eerste keer gebruiken 9 het besturingssysteem updaten 117 hoofdmenu 15 hoofdscherm 12 op elkaar aansluiten 102 scherm 16 tips 17 voor de eerste keer aanzetten 9 Rekenmachine 14 S selecteren ui
Snelle peiling afbeeldingen 73 software upgraden 78 standaardinstellingen Algemene instellingen herstellen 95 Algemene instellingen veranderen 92 stroombronnen 87 T taal internationale tekens 72 kiezen 10 wijzigen 89 tekens internationale taal 72 speciaal 71 templates 29 TI-84 stroom opties 90 TI-Nspire™ Navigator™ draadloze slede aansluiten op rekenmachine 99 TI-Nspire™ oplaadbare batterij 9 TI-Nspire™ rekenmachines 7 TI-Nspire™toepassingen afbeeldingen tips 73 17 toepassing
Rekenmachine 14 toevoegen aan documenten 49 Vernier DataQuest 15 verwisselen 53 Toepassingspictogrammen 14 toetsen van de rekenmachine 8 toetsenbord 8 modificatietoetsen 19 veranderen 129 Toetsenbord sneltoetsen 19 toevoegen accenten bij tekst 72 meerdere toepassingen aan paginas 50 opgaven 63 paginas aan opgaven 63 toepassingen 49 touchpad gebruiken 11 U uitdrukkingen bewerken 34 invoeren en uitwerken 27 invoeren met een wizard 30 invoeren vanuit een template 29 kopi
USB-kabels 101 USB-kabels gebruiken 101 V variabelen 68 Vernier DataQuest 15 verwijderde documenten terughalen 68 verwijderen documenten 66 mappen 66 voorkeurstaal 10, 89 Vraag afbeeldingen 73 W weggooien van batterijen Welkomstscherm werkgebieden 88 11 45, 50 wijzigen Grafieken & Meetkunde-instellingen 96 wiskundetemplates (sjablonen) 71 wiskundige uitdrukkingen 71 bewerken 34 invoeren en uitwerken 27 selecteren in de Rekenmachine wizards 146 Index 35 30, 70