Operation Manual

Voorbeelden 103
3. Open en wis de Y= Editor.
Definieer vervolgens y1(x) = ,
de bovenste helft van een cirkel.
In deze modus moet u afzonderlijke
functies definiëren voor de bovenste en
onderste helft van een cirkel.
@8 # , 8 ¸ ¸ 2 ]
j R Z 2 | X Z 2 d ¸
H8 # , 8 ¸ ¸ 2 ] R
Z 2 | X Z 2 d ¸
4. Definieer y2(x) = , de functie
voor de onderste helft van de cirkel.
De onderste helft is het tegengestelde
van de bovenste helft , dus u kunt
y2(x) = Ly1(x) definiëren.
Gebruik de volledige functienaam
y1(x) en
niet alleen
y1.
Druk op ¸ ? Y 1 c X d ¸
Stappen en toetsaanslagen Venster
r
2
x
2
()
r
2
x
2