Operation Manual

1031
Volgorde van bewerking
Volgorde van bewerkingVolgorde van bewerking
Volgorde van bewerking
Ronde haken, rechte haken en accolades
Ronde haken, rechte haken en accoladesRonde haken, rechte haken en accolades
Ronde haken, rechte haken en accolades
Alle berekeningen die ingesloten zijn door ronde haken, rechte haken of accolades worden
het eerste uitgewerkt. Bijvoorbeeld: in de uitdrukking
4(1+2) werkt EOS eerst het gedeelte uit
dat tussen de ronde haken staat,
1+2, en vermenigvuldigt vervolgens het resultaat, 3, met 4.
Het aantal openende en sluitende haken in een uitdrukking of vergelijking moet
hetzelfde zijn. Zo niet dan zal er een foutmelding worden gegeven die het ontbrekende
element aangeeft. Bijvoorbeeld:
(1+2)/(3+4 zal de volgende foutmelding veroorzaken
“Missing )” (“Ontbreekt”).
Opmerking: omdat het met de TI-89 Titanium / Voyage™ 200 mogelijk is uw eigen
functies te definiëren, zal een variabelenaam, die gevolgd wordt door een uitdrukking
tussen haken, beschouwd worden als een functie-aanroep in plaats van als een impliciete
vermenigvuldiging. Bijvoorbeeld:
a(b+c) is de functie a toegepast op b+c. Om de
uitdrukking
b+c te vermenigvuldigen met de variabele a, moet u expliciete
vermenigvuldiging gebruiken:
aù(b+c).
Indirect
IndirectIndirect
Indirect
De indirecte operator (
#) converteert een tekenreeks naar een variabele- of functienaam.
Bijvoorbeeld:
#(“x”&”y”&”z”) maakt de variabelenaam xyz. Met de indirecte operator kunt u
ook variabelen maken en wijzigen binnen een programma. Bijvoorbeeld: als
10 ! r en
“r”! s1, dan #s1=10.
Nivea
u
Operator
1 Ronde haken ( ), rechte haken [ ], accolades { }
2Indirect (#)
3 Functie-aanroepen
4 Post-operatoren: graden-minuten-seconden (°,',"), faculteit (!),
percentage (%), radiaal (
ô
), index ([ ]), transpositie (
î
)
5 Machtsverheffen, machtsoperator (^)
6
Tekenomkering (
ë)
7 Tekenreeks combinatie (&)
8 Vermenigvuldigen(ù), delen (/)
9 Optellen (+), aftrekken (- )
10 Vergelijkende operatoren: gelijk (=), niet gelijk (ƒ of /=),
kleiner dan (<), kleiner dan of gelijk({ of <=), groter dan (>), groter
dan of gelijk (| of >=)
11 Logische not
12 Logische and
13 Logische or, exclusieve logische xor
14 Beperkende operator “with” (|)
15 Opslaan (!)