Operation Manual

Grafieken van functies 360
Als uw scherm geen coördinaten toont, moet u de grafische opmaak zo instellen dat
Coordinates = RECT of POLAR. Druk op:
@8Í
H8
F
Elke weergegeven y-waarde wordt berekend, uitgaande van de x-waarde; dat wil
zeggen
y=yn(x). Indien de functie op een bepaalde x-waarde niet gedefinieerd is, wordt
de y-waarde blanco gelaten.
U kunt doorgaan met het volgen van een functie die boven of onder het venster uit gaat.
U kunt de cursor niet zien wanneer deze in een gebied “buiten het scherm” beweegt,
maar de weergegeven coördinatenwaarden zijn wel de correcte waarden.
Opmerking: gebruik QuickCenter, beschreven op de volgende pagina, om een functie te
volgen die boven of onder het venster uit gaat.
Van functie naar functie verspringen
Van functie naar functie verspringenVan functie naar functie verspringen
Van functie naar functie verspringen
Druk op C of op D om te verspringen naar de grafiek van de vorige of de volgende
geselecteerde functie voor dezelfde
x-waarde. Het nieuwe functienummer wordt op het
scherm getoond.
Volgcoördinaten zijn die van
een punt van de grafiek van de
functie, niet die van de pixel.
Nummer van de functie die gevolgd
wordt. Bijvoorbeeld: y3(x).