Operation Manual

Grafieken van functies 375
2. Gebruik zo nodig D en C om de functie voor het eerste punt te selecteren.
3. Bepaal het eerste punt. Verplaats de cursor naar het punt met A of B of typ de x-
waarde.
4. Druk op ¸. Het punt wordt aangegeven met een
+.
5. Indien het tweede punt zich op de grafiek van een andere functie bevindt, gebruikt u
D en C om de grafiek te selecteren.
6. Bepaal het tweede punt. (Indien u de cursor gebruikt om het punt te bepalen, wordt
een lijn getrokken terwijl u de cursor beweegt.)
Een raaklijn tekenen
Een raaklijn tekenenEen raaklijn tekenen
Een raaklijn tekenen
1. Op het scherm
Graph drukt u op en kiest u A:Tangent.
2. Gebruik zo nodig D en C om de gewenste functie te selecteren.
Om een getekende raaklijn te wissen, drukt u op (
ReGraph).
7. Druk op ¸.
De afstand tussen de twee punten wordt
getoond, samen met de verbindingslijn.
3. Bepaal het raakpunt. Verplaats de cursor
naar het punt of typ de x-waarde.
4. Druk op ¸.
De raaklijn wordt getekend en zijn
vergelijking wordt getoond.